1
Belangrijke informatie
1.1
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING!
●
Elektrisch gevaar!
Het stroomlaadstation moet door hiervoor opgeleide, gekwalificeerde en bevoegde elek-
trotechnische installateurs
houden worden. Deze zijn volledig verantwoordelijk voor de naleving van de bestaande
normen en installatievoorschriften.
U dient er bovendien rekening mee te houden dat er een extra overspanningsbeveili-
ging voor voertuigen of op grond van nationale voorschriften vereist kan zijn.
Ook dient u er rekening mee te houden dat in bepaalde landen of door autofabrikanten
een andere uitschakelkarakteristiek voor de aardlekschakelaar vereist kan zijn (type B).
●
Sluit in het rechter aansluitbereik (ethernet, klemmen voor stuurleidingen) uitsluitend
spanningen en stroomcircuits aan, die veilig gescheiden zijn van gevaarlijke spannin-
gen (bijvoorbeeld voldoende isolatie).
Voed de klemmen (X2) uitsluitend met spanningsbronnen met geaarde veiligheidslaag-
spanning (PELV)!
●
Controleer vóór de inbedrijfstelling eerst of alle schroef- en klemverbindingen stevig
vastzitten!
●
De aansluitpaneelafdekking mag nooit onbeheerd geopend blijven. Monteer de aansluit-
paneelafdekking als u het stroomlaadstation verlaadt.
●
U mag het stroomlaadstation niet eigenmachtig ombouwen of veranderen!
●
Reparatiewerkzaamheden aan het stroomlaadstation zijn niet toegestaan e n mogen uit-
sluitend worden uitgevoerd door de fabrikant (vervanging van het stroomlaadstation)!
●
Verwijder geen merktekens zoals veiligheidspictogrammen, waarschuwingen, type-
plaatjes, naamplaatjes of leidingmarkeringen!
●
Het stroomlaadstation heeft geen eigen netschakelaar! De aardlekschakelaar en de in-
stallatieautomaat van de gebouwinstallatie dient als stroomonderbreker.
●
Trek de laadkabel uitsluitend aan de stekker uit de stekkerverbinding en niet aan de ka-
bel.
●
Let erop dat de laadkabel niet mechanische beschadigd wordt (geknikt, ingeklemd of
overreden) en dat het contactbereik niet in aanraking komt met hittebronnen, vuil of wa-
ter.
●
Aan de laadkabel van het stroomlaadstation mag geen kabelverlenging worden aange-
sloten.
(1)
Personen die op grond van hun vakopleiding, kennis en ervaring, en de kennis van de toepasselijke nor-
men, de aan hen opgedragen werkzaamheden kunnen beoordelen en mogelijke gevaren kunnen herken-
nen.
Belangrijke informatie
(1)
gemonteerd, voor het eerst in bedrijf genomen en onder-
5/48