Wijzigingen in verband met technische ontwikkeling voorbehouden. Gegevens onder voorbehoud. Wij handhaven onze rechten. De volledige intellectuele eigendom, waaronder ook handelsmerken en auteursrechten, is eigendom van de betreffende bezitter. Ieder gebruik van dit intellectuele eigendom waarvoor geen toestemming is gegeven is niet toegestaan. KEBA AG, Postbus 111, Gewerbepark Urfahr, A-4041 Linz, www.keba.com/emobility...
Pagina 3
(zoals ijzerspanen, met olie verontreinigde draadwol etc.) worden verwij- derd. Het Installatiehandboek kunt u downloaden op www.keba.com/emobility. De nieuwste firmware kunt u downloaden op www.keba.com/emobility (rubriek Download). In nieuwe firmware kunnen bijvoorbeeld gewijzigde normen verwerkt of de compatibiliteit met nieuwe elektrische auto's verbeterd zijn.
Belangrijke informatie Belangrijke informatie Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING! ● Elektrisch gevaar! Het stroomlaadstation moet door hiervoor opgeleide, gekwalificeerde en bevoegde elek- trotechnische installateurs gemonteerd, voor het eerst in bedrijf genomen en onder- houden worden. Deze zijn volledig verantwoordelijk voor de naleving van de bestaande normen en installatievoorschriften.
Pagina 6
– Aarden en kortsluiten! – Naastgelegen spanningsvoerende componenten afdekken en gevarenzones afzetten! Het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies kan tot levensgevaar, letsel en bescha- diging van het apparaat leiden! KEBA AG aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor daaruit resulterende aanspraken! 6/48...
Op grond van technische of wettelijke beperkingen zijn niet alle varianten / opties in alle landen beschikbaar. Over dit handboek Dit handboek en de beschreven functies zijn van toepassing op apparaten van het type: ● KeContact P20 / firmwareversie: v2.x (en hoger) ● KeContact P30 / firmwareversie: v3.x (en hoger) Gebruik van dit handboek Dit handboek is uitsluitend geschreven voor gekwalificeerd personeel.
Variantenoverzicht Variantenoverzicht Basismodel met contactdoos (type 2)... [A]...Status-led [B]...Normbus (varianten mogelijk) [C]...Behuizingsafdekking Basismodel met laadkabel (type 1, type 2)... [A]...Status-led [B]...Parkeerhouder voor laadstekker [C]...Behuizingsafdekking [D]...Houder voor laadkabel Laadstekker/laadkabel opbergen... Als er geen laadcyclus wordt uitgevoerd kan de laad- stekker veilig worden opgeborgen door deze in de hou- der [B] te steken.
Variantenoverzicht RFID-sensor De RFID-sensor [R] wordt gebruikt voor de contactloze autorisatie van een gebruiker met MIFARE-kaarten of tags conform ISO14443. Sleutelschakelaar De sleutelschakelaar [S] wordt gebruikt voor de autori- satie van een gebruiker met een sleutel. Verdere optionele uitrusting ● Netwerkaansluiting Alleen voor P30: ●...
Installatierichtlijnen Installatierichtlijnen Algemene criteria voor de keuze van de opstelplaats Het stroomlaadstation is gemaakt voor zowel binnen als buiten. Daarom is het nodig om ervoor te zorgen dat de opstelvoorwaarden en de bescherming van het apparaat op de opstelplaats gerealiseerd zijn. ●...
Installatierichtlijnen Criteria voor de elektrische aansluiting 3.2.1 Algemeen Het stroomlaadstation is in de leveringstoestand ingesteld op 10 ampère. Stel de maximale stroom met de DIP-switches zo in dat deze past bij de geïnstalleerde installatieautomaat (zie hoofdstuk “4.6 DIP-switchin- stellingen [32]”). De voedingskabel moet vast worden bedraad in de bestaande gebouwinstallatie en voldoen aan de natio- naal geldende wettelijke bepalingen.
Installatierichtlijnen 3.2.2 Afwijkende Z.E.-Ready / E.V. Ready-vereisten Z.E.-Ready is een vrijwillige certificatie van Renault. Om een laadpunt Z.E.-Ready te mogen noemen, moet het stroomlaadstation zijn gecertificeerd als Z.E.-Ready en moet de installatie volgens de vereisten van E.V. Ready worden geïnstalleerd (zie tabel). E.V.
Installatierichtlijnen ● Als meerdere stroomlaadstation op dezelfde voeding aangesloten zijn, moeten extra lokale aardingsver- bindingen worden gemaakt (minimaal om de 10 uitgangen). De maximale aardingsweerstand voor iedere extra aardingsverbinding (onafhankelijk gemeten) moet la- ger zijn dan 100 ohm. Alle aardingsverbindingen moeten aangesloten worden om een enkel potentiaal veilig te stellen.
Installatierichtlijnen Voorbeeld: 3-Fasige aansluiting op een driehoekvormig voedingsnet met 230V Benodigde plaats Benodigde plaats... Bij apparaatvarianten met optionele kabelhouder moet naar onderen toe voldoende extra vrije ruimte (y) voor de gebruikte laadkabel worden ingepland. Als meerdere stroomlaadstations naast elkaar worden gemonteerd, moet tussen de stroomlaadstations een afstand van minimaal 200mm worden aangehouden.
Installatie Installatie Leveringsomvang e-series andere Stroomlaadstation 1 ST 1 ST Kabelhouder (bij variant met laadkabel) 1 ST 1 ST Installatiehandboek (voor de installateur) 1 ST 1 ST Gebruikershandboek (voor de eindklant) 1 ST 1 ST Boorsjabloon 1 ST 1 ST Sleutel voor cilinderslot (optioneel) 3 ST RFID- kaart (optioneel)
Installatie Voorwaarden voor de installatie ● Voor begin van de installatie moeten eerst de installatierichtlijnen worden gelezen. ● Contactpersoon ter plaatse (voor de toegang tot de stroomonderbreker in de verdeelkast). ● De elektrische aansluiting (voedingskabel) moet zijn voorbereid. ● Acclimatisering: Bij een temperatuurverschil van meer dan 15°C tussen transport en installatieplaats moet het stroom- laadstation minimaal twee uur ongeopend worden geacclimatiseerd.
Installatie Behuizing voorbereiden 4.2.1 Behuizingsafdekking verwijderen Dekselschroeven... Schroef aan de onderkant van de behuizingsafdek- king de twee dekselschroeven [S] los. Behuizingsafdekking verwijderen... (1) Trek de behuizingsafdekking onderaan een stuk eruit. (2) Schuif de behuizingsafdekking een stuk om- hoog om deze los te maken. 18/48...
Installatie 4.2.2 Aansluitpaneelafdekking verwijderen Aansluitpaneelafdekking verwijderen Draai de vier schroeven waarmee de aansluitpa- neelafdekking is gemonteerd los en haal de aan- sluitpaneelafdekking eraf. De droogzak uit het aansluitveld verwijderen en correct afvoeren. Kabelinvoer voorbereiden Voor de kabelinvoer zijn twee mogelijkheden beschikbaar: ●...
Afhankelijk van het apparaatmodel resp. bij speciale materialen moeten de bevestigingsmateriaal ter plaatse beschikbaar worden gesteld. Een correcte montage is dwingend noodzakelijk en valt buiten de verantwoordelijkheid van KEBA AG. Lees ook de volgende handleiding van de fabrikant: Handleiding voor het plaatsen van pluggen en schroeven. Bron: Firma Fischer Boringen markeren...
Pagina 22
Installatie Waterafvoer De waterafvoer van de bovenkant naar de achterzijde van het stroomlaadstation moet gegarandeerd zijn. Daarbij moet op het volgende worden gelet: ● Het stroomlaadstation mag uitsluitend verticaal worden gemonteerd. ● Het st+ moet in een hoek van 90 graden worden gemonteerd (een neiging is niet toegestaan!).
Installatie 4.5.2 Voedingskabel aansluiten Voedingskabel leggen (op de wand) Leg de voedingskabel van BOVEN zoals weerge- geven in de afbeelding. [M]… kabelmantel Voedingskabel leggen (inbouw) De voedingskabel moet op de afgebeelde wijze door de doorvoer / kabelinvoer met dubbel mem- braan [DMS] worden geleid.
Pagina 25
Installatie Voedingskabel aansluiten Kort de aansluitdraden in op de passende lengte; deze moet zo kort mogelijk worden gehouden. De PE-draad moet langer zijn dan de overige dra- den! Strip de aansluitdraden ca. 12 mm. Bij fijne aansluitdraden worden draadeindhulzen aanbevolen. Sluit de voedingskabels [L1], [L2], [L3], [N] en [PE] aan.
Pagina 26
Installatie Voedingsklem openen... Druk de sleufkopschroevendraaier met gematigde kracht recht in de klem totdat het contact helemaal opent. Tijdens het indrukken in de klem verandert de hoek van de schroevendraaier. Draad aansluiten... Schuif de gestipte aansluitdraad in de voedings- klem. Voedingsklem sluiten...
Installatie 4.5.3 Vrijgave-ingang [X1] (behalve e-series) De vrijgave-ingang is bedoeld voor gebruik met een potentiaalvrij contact. Met de vrijgave-ingang is het mo- gelijk de werking van het stroomlaadstation met externe componenten te regelen (bijvoorbeeld externe sleu- telschakelaar, toonfrequent-ontvanger van het energiebedrijf, huisbesturing, tijdklok, cijferslot, fotovoltaïsche installatie etc.).
Installatie 4.5.4 Schakelcontact uitgang [X2] (behalve e-series) Het schakelcontact uitgang (meldcontact) is een potentiaalvrij relaiscontact en kan als laadstatusindicatie (default) of veiligheidsschakelaar-bewaking worden gebruikt. Schakelschema: ● Veiligheidslaagspanning Vcc < 50V ● F ≤ 0.5A stroombegrenzend systeem Logische functie: Laadstatusindicatie / DSW1.2 = OFF (default) X2 = gesloten Laadstation gereed en geen voertuig aangesloten.
Installatie Voorbeeld (aanvulling bij schakelschema): De schakelcontact-uitgang kan worden gebruikt, om met een hogere uitschakeloplossing het stroomlaadsta- tion stroomloos te maken..Hoofdaardlekschakelaar ... Installatieautomaat + aardlekschakelaar ... Veiligheidsschakelaar/relais ... Stroombegrenzend systeem ... Onderspanningsbeveiliging ... Schakelcontact uitgang 4.5.5 Schakelcontact uitgang [X1/X2] (behalve e-series) Klemmen…...
Installatie 4.5.6 Ethernet1-aansluiting [ETH] (optioneel) WAARSCHUWING! Risico's door vereffeningsstromen op afschermingen! In grote installatie kan een via de afscherming stromende vereffeningsstroom kan leiden tot schade aan de interfaces en risico's bij werkzaamheden aan de datakabels. ● Maatregelen (bijvoorbeeld aansluiting op een gemeenschappelijke elektriciteitsverdeler, opbouw van een TN-S-netwerk, ...) moeten met de verantwoordelijke voor de gebouw- techniek worden afgestemd.
Pagina 31
Installatie Categorie Diameter draad Diameter isolatie Cat 6 STP 0,51 – 0,81 mm 1,0 – 1,4 mm (AWG 24 – AWG 20) Flexibele kabel 7 x 0,2 mm 1,1 – 1,4 mm Cat 5e / Cat 6 STP (AWG 24) Aansluitgereedschap LSA+®...
Installatie DIP-switchinstellingen Wijzigingen in de DIP-switchinstellingen worden pas na een herstart van het stroomlaadstation actief! Druk daarvoor 1 seconde op de [servicetoets] of schakel de voedingsspanning uit/aan. DIP-switches… De DIP-switches worden gebruikt voor de adressering en de configuratie van het stroomlaadstation en bevin- den zich onder de aansluitpaneelafdekking.
Pagina 33
Installatie Met de volgende DIP-switches kan alleen een maximale waarde ingesteld worden die lager dan of gelijk is aan de bedrijfsstroom die is aangegeven op het typeplaatje. STROOMSTERKTE INSTELLEN (DSW1) (*1) Stroom DIP-switch Afbeelding D1.6 D1.7 D1.8 (*1) Ingestelde maximale laadstroomwaarde voor het voertuig (Control Pilot Duty Cycle). IP-ADRES VIA DHCP VERKRIJGEN (GEEN ADRESSERING) (*2) DSW2.1 tot DSW2.4=OFF / DSW2.5=OFF / DSW2.6=OFF In de STANDAARD-modus wordt de oplading zelfstandig door het...
Pagina 34
Installatie VAST INGESTELD IP-ADRES GEBRUIKEN (*2) DSW2.1 tot DSW2.4 / DSW2.5=OFF / DSW2.6=ON Omdat er zich meerdere stroomlaadstations in een netwerk bevinden is een adressering van de stroomlaadstations vereist. De adressering gebeurt met de DIP-switches DSW2.1 tot DSW2.4. De instelbare ethernetadressen beginnen bij 10 + DIP-switchinstelling. Met de 4-bit-adressering kunnen de adressen 11 tot 26 worden gebruikt Voorbeeld voor adres “17”: [192.168.25.xx].
Installatie Inbedrijfstelling Verloop van de algemene inbedrijfstelling 1) Verwijder materiaalresten van de montage en de aansluiting uit het aansluitbereik. 2) Controleer vóór de inbedrijfstelling eerst of alle schroef- en klemverbindingen stevig vastzitten! 3) Controleer of alle niet gebruikte kabelwartels correct zijn afgesloten met blinde stoppen of blinde schroef- verbindingen.
P30) worden bijgewerkt. Volg de bij het firmwarepakket behorende documentatie voor het updaten van het stroomlaadstation. De nieuwste firmware kunt u downloaden op www.keba.com/emobility (rubriek Download). In nieuwe firmware kunnen bijvoorbeeld gewijzigde normen verwerkt of de compatibiliteit met nieuwe elektrische auto's verbeterd zijn.
Installatie 4.7.4 Aansluitpaneelafdekking monteren Aansluitpaneelafdekking monteren Plaats de aansluitpaneelafdekking weer terug. Monteer de aansluitpaneelafdekking weer met de vier schroeven. Behuizingsmarkering Draai de 4 schroeven vast totdat de behuizingsmar- kering op de aansluitveldafdekking de behuizing vlak afsluit. De aansluitveldafdekking moet de behuizing correct afdichten.
Installatie 4.7.5 Behuizingsafdekking monteren Behuizingsafdekking bevestigen... Haak de behuizingsafdekking er boven in en schuif de afdekking een stuk omlaag. Let erop de behuizingsafdekking boven correct in de geleidingen van de behuizing zit. Behuizingsafdekking monteren... Klep de behuizingsafdekking daarna naar achteren. De behuizingsafdekking moet zonder grote weer- standen in de geleidingen glijden.
Het standaardwachtwoord is “emobility”. Aanbevolen wordt om dit wachtwoord te wijzigen. De benodigde software (“EV Communication Assistant”) incl. handleiding voor de configuratie van het stroomlaadstation vindt u op de downloadpagina op www.keba.com/emobility. Meer details over de configuratie van uw wagen vindt u in de handleiding van uw wagenproducent.
Overige technische handleidingen Technische gegevens Elektrische gegevens Kabellegging: op of in de wand Aansluitdoorsnede: Minimale doorsnede (afhankelijk van kabel en wijze van leggen): - 5 x 2,5 mm² (16A nominale stroom) - 5 x 6,0 mm² (32A nominale stroom) Voedingsklemmen: Aansluitkabel: - star (min.-max): 0,2 –...
Overige technische handleidingen CE-conformiteitsverklaring Hiermee verklaart KEBA dat het product voldoet aan de volgende richtlijnen: 2014/35/EU Laagspanningsrichtlijn 2014/30/EU Richtlijn over elektromagnetische compatibiliteit 2014/53/EU Radio Equipment Directive (RED) 2011/65/EU Richtlijn betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen (RoHS) 2012/19/EU...