5. AANSLUITKLEMMEN
*1‐2: 12V‐24V DC (Power input aansluitklem)
Verbind de 12‐24V DC voeding aan deze aansluitklem. De (‐) en de GND zijn de
gemeenschappelijke aardingspunten van het systeem. Het systeem schakelt automatisch om
tussen 12V en 24V.
*3‐4‐5: Output 1
5 Amp relais contact ‐ Terminal 3 is normaal gesloten (N.C.), terminal 5 is normaal open (N.O.),
en terminal 4 is het gemeenschappelijke contact. De relais kan geprogrammeerd worden in een
start/stop modus of in tijdsmodus.
*6: EG (Egress input)
Een normaal open (N.O.) contact wordt aangesloten op de (‐) pool. Met behulp van een N.O.
knop kan men uitgang 1 voor eenzelfde periode activeren als de gebruikerscodes van groep 1.
De egress‐schakelaar wordt doorgaans binnenshuis naast de deur geplaatst. U kan meer dan één
egress‐toets parallel aansluiten aan de uitgang. Laat de uitgang gewoon open indien deze niet
wordt gebruikt.
*7: DU OUT (Duress uitgang)
Opencollector‐uitgang van een NPN transistor. Schakelt naar de (‐)pool nadat de Duress code
ingegeven is. Gebruik deze uitgang om een alarm in te schakelen. Ic max: 100mA sink, Vc max:
24V DC.
*8‐9: Tamper N.C.
Een N.C. contact wanneer het toetsenbord aan de wand is beveiligd. Het is open wanneer het
toetsenbord van de wand is gehaald. Sluit deze ingang in serie aan de 24 uur noodschakeling op
uw alarmsysteem indien gewenst.