Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

DK‐2831 
DIGITAAL CODESLOT – WATERPROOF 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
HANDLEIDING 
 

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Ohmeron DK-2831

  • Pagina 1 DK‐2831  DIGITAAL CODESLOT – WATERPROOF                    HANDLEIDING   ...
  • Pagina 2: Inleiding

    1. INLEIDING  Lees deze handleiding grondig door alvorens u het toestel in gebruik neemt.   De DK‐2831 is een onafhankelijk, waterdicht beveiligingstoetsenbord met enkelvoudige relaisoutput.  Dit toetsenbord is compatibel met vrijwel elk elektronisch slot in beveiligingssystemen, automatische  schakelingen  en machines. Het toetsenbord is voorzien van een ‘Wiegand data’ uitgang, welke kan  gebruikt worden door consultants bij het opstellen van een beveiligingssysteem.     2. KENMERKEN  *Waterdicht toetsenbord (IP66) – mogelijkheid tot installatie buitenshuis.  *Kan gebruikt worden als alleenstaand systeem, of in een groter beveiligingssysteem.  *Metalen frontplaat  *Ingebouwde ‘tamper‐switch’  *34‐bit Wiegand data uitgang voor PIN/code inbreng  *Uitgang gecontroleerd door codes.  *Programmeerbare timer voor automatische sluiting van deur, alarm controle, etc.     3.  TECHNISCHE SPECIFICATIES  *Werkspanning:     12V‐24V DC – automatische selectie  *Stroom:      40mA (slapend) tot 90mA  *Werktemperatuur:    ‐20°C tot +70°C  *Vochtigheid:      5‐95% relatieve vochtigheid – niet condenserend  *Waterdichtheid:    IP‐66  *Aantal gebruikers:    1.000 pin‐codes + 50 duress‐codes ...
  • Pagina 3: Installatie

    4. INSTALLATIE  Voorzorgsmaatregelen  *Zorg ervoor dat er geen spanning aanwezig is gedurende de installatie. Wanneer de draden onder  spanning bepaalde componenten op de printplaat aanraken, kan er een onherroepelijke  beschadiging ontstaan.  *Kijk goed na of alle draden correct zijn aangesloten, alvorens het systeem onder spanning wordt  geplaatst.   Inhoud van de verpakking  *Veiligheidstoetsenbord  *Bevestigingsschroeven  *1 Torx schroevendraaier  *1 kabel (zes draden)  *Handleiding                   ...
  • Pagina 4: Aansluitklemmen

    5.  AANSLUITKLEMMEN                        *1‐2: 12V‐24V DC (Power input aansluitklem)  Verbind de 12‐24V DC voeding aan deze aansluitklem. De (‐) en de GND zijn de  gemeenschappelijke aardingspunten van het systeem. Het systeem schakelt automatisch om  tussen 12V en 24V.   *3‐4‐5: Output 1  5 Amp relais contact ‐ Terminal 3 is normaal gesloten (N.C.), terminal 5 is normaal open (N.O.),  en terminal 4 is het gemeenschappelijke contact. De relais kan geprogrammeerd worden in een  start/stop modus of in tijdsmodus.   *6: EG (Egress input)  Een normaal open (N.O.) contact wordt aangesloten op de (‐) pool. Met behulp van een N.O.  knop kan men  uitgang 1 voor eenzelfde periode activeren als de gebruikerscodes van groep 1.  De egress‐schakelaar wordt doorgaans binnenshuis naast de deur geplaatst. U kan meer dan één  egress‐toets parallel aansluiten aan de uitgang. Laat de uitgang gewoon open indien deze niet  wordt gebruikt.   *7: DU OUT (Duress uitgang)  Opencollector‐uitgang van een NPN transistor. Schakelt naar de (‐)pool nadat de Duress code  ingegeven is. Gebruik deze uitgang om een alarm in te schakelen. Ic max: 100mA sink, Vc max:  24V DC.  *8‐9: Tamper N.C.   Een N.C. contact wanneer het toetsenbord aan de wand is beveiligd. Het is open wanneer het  toetsenbord van de wand is gehaald.  Sluit deze ingang in serie aan de 24 uur noodschakeling op  uw alarmsysteem indien gewenst.  ...
  • Pagina 5: Programmering Van Het Toetsenbord

    *Ledindicators  Groen (rechts):   Licht op wanneer output 1 wordt geactiveerd  Amber (midden):  Flitst in standby. Deze standby‐flits kan worden afgezet bij de programmering  Rood (links):    Licht op wanneer de toegang verboden wordt. Deze led geeft de leesmodus                                  aan in Wiegand modus.   *Geluidssignalen en ledaanduidingen  STATUS  SIGNAAL*  LEDSIGNAAL  In programmeerbare modus  ‐  ON  Toets is goed ingedrukt  1 pieptoon  1 flits  Code is juist ingegeven  2 pieptonen  2 flitsen  Code is verkeerd ingegeven  5 pieptonen  5 flitsen  Spanning valt weg  Continue pieptoon  Continue flits  Uitgangsrelais geactiveerd**  Pieptoon van 1 seconde  ‐  In standby modus***  ‐  1 flits in een interval van 1 sec  Systeem wordt hernieuwd  ‐  Snelle flitsen voor 2.5 minuten  Code reeds in systeem   1 lange pieptoon   ...
  • Pagina 6 *DAP code – Direct Access to Programming – CODE 8080  Wanneer men de mastercode vergeten is, dient men het systeem in DAP modus te schakelen met de  code 8080.  a. Schakel de spanning uit gedurende minimum 1 minuut.   b. Schakel het systeem opnieuw in. Het systeem heeft ongeveer 1 minuut nodig om op te starten.   c. Druk op de egress‐knop om in de DAP functie te komen.   d. Druk de DAP code 8080 in op het toetsenbord en valideer de code met **. De bestaande  mastercode in het systeem werd nu gewist, en het toetsenbord staat in programmeermodus. Het is  mogelijk om een nieuwe mastercode in te voegen.   Opmerkingen:  * De DAP code is vastgelegd op 8080 en werkt enkel tijdens de opstartperiode en nadat de egress‐ toets in ingedrukt.   * Valideer de code met **  *2 pieptonen geven aan dat het systeem zich in programmeermodus bevindt.   *Het systeem vernieuwen met de code ‘9999’  Het systeem kan vernieuwd worden zodat alle oude gegevens gewist worden en men naar de  fabrieksinstellingen terugkeert.   Wanneer men de code 9999# intoetst worden alle  oude gegevens gewist, behalve de mastercode.  De vernieuwing van het systeem duurt ongeveer 2.5 minuten. De amberkleurige led zal snel flitsen  tot wanneer het programma volledig is vernieuwt.     7. PROGRAMMERING VAN HET TOETSENBORD ‐ ALGEMEEN  Wacht ongeveer 1 minuut tot wanneer het systeem volledig is opgestart.  1. Gebruik de mastercode van de fabrikant om in de programmeermodus te komen   ‐ 2 pieptonen ‐> het systeem bevindt zich in programmeermodus.   Wanneer men de mastercode is vergeten, dient men de DAP‐code te gebruiken om in  programmeermodus te komen. (zie vorig hoofdstuk)  2. Wijzig de mastercode van de fabrikant in uw persoonlijke mastercode voor uw veiligheid  ‐ 2 pieptonen ‐> 3289 is nu de nieuwe mastercode  3. Programmeer een gebruikerscode om bv. Een deur te openen via output 1      a) 10 = programmeringslocatie voor output 1.  b) 2 = programma voor gebruikscodes. ...
  • Pagina 7: Uitgebreide Programmering

    c) 001 = 1 van de gebruikerscodes – mogelijkheid van 000 tot 999.  d) 8321 = Gebruikerscode die werd geprogrammeerd.   e) # = Bevestiging van gebruikerscode – 2 pieptonen ter bevestiging.   Wanneer men meerdere gebruikerscodes wenst te programmeren, dient men de code onder (c) te  wijzigen in 002, 003, 004, etc. tot 999. In totaal kan men 1.000 gebruikerscodes programmeren.   4. Sluit de programmeermodus.  ‐ 2 pieptonen  De programmeermodus werd afgesloten – keer terug naar de werkmodus.  5. Open de deur met een gebruikscode   ‐ 2 pieptonen – de deur is open    8. UITGEBREIDE PROGRAMMERING  Belangrijke opmerking in verband met de programmering van de codes:  Alle gebruikerscodes, mastercode, duresscodes, etc. dienen unieke codes te zijn. Deze kunnen geen 2  keer voorkomen in het systeem. Wanneer men eenzelfde code ingeeft, zal men een lange pieptoon  horen. Men dient dan een andere code te kiezen en deze opnieuw te programmeren.   LOCATIE 1: EEN MASTERCODE OPSLAAN      Via de mastercode krijgt men toegang tot de programmeermodus. Dit is GEEN GEBRUIKERSCODE om  de uitgangsrelais te sturen. De mastercode kan 4 tot 8 digits bevatten.   Wanneer een mastercode werd ingegeven en gevalideerd, vervalt de oude oude mastercode  automatisch.   Bijvoorbeeld: Zet een mastercode ‘2233’ in het systeem.   LOCATIE 2: EEN SUPER‐GEBRUIKERSCODE INGEVEN    Via locatie 2 kan men een supergebruikerscode ingeven. Via deze code kan men verschillende  outputs sturen. Wanneer men een nieuwe supergebruikerscode ingeeft, zal de vorige automatisch  gewist worden.   Om een supergebruikerscode uit het systeem te wissen, dient men het locatienummer in te geven en  #.  –   ...
  • Pagina 8  Gebruiksaanwijzing in verband met de supergebruikerscode:  1. Uitgang 1: Het gebruik van de supergebruikerscode is gelijkaardig aan het gebruik van de normale  gebruikerscode. Men dient hier enkel nog het uitgangsnummer toe te voegen na het #.   ‐ Uitgang 1 wordt geactiveerd of uitgang 1 wordt geresset.  2. Gebruikerspins tegenhouden voor uitgang 1: De supergebruikerspin kan eveneens gebruikt  worden om gewone gebruikers te verhinderen hun code te gebruiken. Dit wordt vaak gebruikt om na  kantooruren gewone gebruikers te verhinderen het kantoor binnen te komen.           ‐     De gehele groep van gewone gebruikerscodes zal niet          meer werken.   LOCATIE 10: OPSLAAN/VERWIJDEREN VAN GEBRUIKERSCODES VOOR UITGANG 1  Alle gebruikerscodes moeten uniek zijn. Niet‐unieke gebruikerscodes zullen geweigerd worden. Men  kan in totaal 1000 verschillende gebruikerscodes programmeren.     1. Locatie – 10 – geeft toegang tot het programmeren van codes voor uitgang 1.  2. Selectie tussen opslaan/verwijderen van een code.   i. 2: opslaan van een gebruikerscode  ii. 5: verwijderen van een gebruikerscode  iii. 0999: verwijderen van alle gebruikerscodes van output 1  3. User ID: Een 3‐cijferig ID geeft een uniek cijfer aan elke gebruiker.  4. User Pin: Een gebruikerscode kan bestaan uit 4 tot 8 cijfers en moet uniek zijn.     VOORBEELDEN  1. Voorbeeld 1: Gebruikerscode 2468 voor uitgang 1  ‐Programmeren:    a) De gebruikerscode wordt in uitgang 1 geprogrammeerd.   b) De gebruikscode wordt opgeslagen.  c) De unieke ID‐code is 001 – Er wordt m.a.w. een code toegekend aan gebruiker 1.  d) De gebruikerscode is 2468.   ...
  • Pagina 9   2. Voorbeeld 2: Geef een nieuwe gebruikerscode ‘1234’ in voor uitgang 1  ‐Programmeren:         a) De gebruikerscode wordt in uitgang 1 geprogrammeerd.   b) De gebruikscode wordt opgeslagen.  c) De unieke ID‐code is 002 – Er wordt m.a.w. een code toegekend aan gebruiker 2.  d) De gebruikerscode is 1234.    e) Druk op # om de gebruikerscode op te slaan in het geheugen. 2 pieptonen geven aan dat de  code goed is opgeslagen.   ‐Gebruiken:    a) Toets de gebruikerscode 1234 in.  b) Bevestig met de #‐toets. Uitgang 1 wordt geactiveerd.    3. Voorbeeld 3: Verwijder een gebruikerscode         a) Toets de uitgang in waar de gebruikerscode werd in geprogrammeerd. (Uitgang 1)  b) Toets ‘5’ in – code voor het verwijderen van een gebruikerscode.   c) Toets de unieke ID‐code in, waarvan de gebruikscode dient gewist te worden – deze ID‐ codes gaan van 000 tot 999.  d) Bevestig met de #‐toets – 2 pieptonen geven aan dat de code goed werd verwijderd.     4. Voorbeeld 4: Wis alle gebruikerscodes        a) Geef de uitgang in waarvan men de gebruikerscodes wenst te verwijderen. ...
  • Pagina 10 LOCATIE 40: BEZOEKERSCODES (voor uitgang 1)  Bezoekerscodes zijn gebruikerscodes die geprogrammeerd worden als eenmalige code of als een  code met een bepaalde tijdslimiet. Na gebruik, of na het verstrijken van de ingestelde tijd, worden  deze codes automatisch gewist.          *Gebruikers‐ID: Er kunnen 50 gebruikerscodes opgeslagen worden. Elk van deze codes dient een  unieke ID‐code te krijgen van 01 tot 50.  *Geldigheidsperiode:  ‐ De code kan slechts EEN KEER gebruikt worden – na gebruik wordt deze code  automatisch gewist.   ‐ De code blijft geldig voor de periode die ingesteld wordt, namelijk van 1 tot 99  uur. Wanneer deze tijd is verstreken, wordt de code automatisch gewist.   *Gebruikerscode:  ‐ De gebruikerscodes kunnen 4 tot 8 digits lang zijn. Ze moet wel dezelfde lengte hebben als de  mastercode. Deze codes kunnen de Duress uitgang niet resetten.   Voorbeeld 1: Stel een eenmalige gebruikerscode in met nummer 1268 voor uitgang 1      a) Programma voor de gebruikerscode, b) gebruikers‐ID, c) Eenmalige code, d) gebruikerscode, e) validatie  Voorbeeld 2: Stel een gebruikerscode in met nummer 1378, welke 3 uur geldig is voor uitgang 1    a)Programma voor de gebruikerscode, b) gebruikers‐ID, c) code 3u geldig, d) gebruikerscode, e) validatie  Voorbeeld 3: Wis een gebruikerscode van gebruikers‐ID 02 uit het geheugen.      a)Programma voor de gebruikerscode, b) gebruikers‐ID, c) validatie voor het verwijderen  Voorbeeld 4: Wis alle gebruikerscodes van locatie 40        a)Programma voor de gebruikerscode, b) code voor het verwijderen van alle gebruikerscodes, c) validatie        ...
  • Pagina 11 LOCATIE 41: DURESS CODES (voor uitgang 1)  De duresscode kan gebruikt worden wanneer men onder dwang de code dient in te geven. Deze  code zal, zoals een normale code, uitgang 1 sturen, maar anderzijds zal het ook een signaal sturen  naar de duressuitgang, zonder enige indicatie. Hierdoor is het mogelijk een stil alarm te laten afgaan  en zo hulp te vragen.         *Locatie: Duress codes voor uitgang 1 staan op locatie 41 opgeslagen.  *Duress‐ID: codes van 01 tot 50 – Er kunnen 50 unieke duresscode opgeslagen worden.  *Duresscodes: Duresscode dienen 4 tot 8 digits te tellen, maar moeten dezelfde lengte hebben als de  mastercode.  Zorg ervoor dat men een code kiest die men gemakkelijk onthoudt in een  panieksituatie. Het is aangeraden één cijfer verschil te nemen met de gewone dagelijkse code.   Voorbeeld 1: Programmeer een duresscode voor uitgang 1 met nummer 3369    a)Programma voor de duresscode, b) duress‐ID, c) duresscode, d) validatie  Voorbeeld 2: Verwijder de duresscode van duress‐ID 01 uit het geheugen       a)Programma voor de duresscode, b) duress‐ID, c) validatie voor het verwijderen Voorbeeld 3: Verwijder alle duresscodes uit het systeem        a)Programma voor de duresscode, b) code voor het verwijderen van alle duresscodes, c) validatie   WERKING EN FUNCTIE VAN DE DURESSCODE  De duresscode heeft een dubbele werking wanneer ze wordt ingetoetst: enerzijds activeert het  uitgang 1 (zoals een normale gebruikerscode) en anderzijds activeert ze de duressuitgang. De  duressuitgang kan enkel gedeactiveerd worden door een normale gebruikerscode of een  supergebruikerscode.   Voorbeeld:  * Toets de duresscode 3369 in om de duressfunctie te activeren:  ‐ De duressuitgang wordt geactiveerd, evenals uitgang 1.  *Toets de duresscode 3369 nog eens in:  ‐ De duressuitgang blijft geactiveerd (er zal dus geen verandering zijn in de  status), en uitgang 1 wordt nog eens geactiveerd.   *Toets een gewone gebruikerscode 1369 in: ...
  • Pagina 12 ‐ De duressuitgang zal gereset worden (naar de OFF‐status), maar zal uitgang 1  niet activeren.     LOCATIE 51: CONFIGURATIE VAN UITGANG 1  De relaisuitgang van dit toetsenbord is instelbaar in START/STOP‐modus of in tijdsmodus. De timer  kan van 1 tot 99.999 seconden (meer dan 24 uur) ingesteld worden.       *Locatie: 51 – Locatie voor uitgang 1  *Output modus en tijd:   ‐ Start/stopmodus – De uitgang start wanneer de gebruikerscode wordt ingedrukt, en stopt                           wanneer de code opnieuw wordt ingegeven.   ‐Tijdsmodus: De uitgang zal na het verstrijken van de ingegeven  tijdsmodus automatisch gereset worden (van 1 tot 99.999 seconden).  Het   is eveneens mogelijk de uitgang voor het verstrijken van deze tijd te  resetten met de supergebruikerscode.     LOCATIE 60: VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN      Men heeft de mogelijkheid om uit volgende lock‐out modes te kiezen :  ‐ Na tien foute gebruikerscodes, zal het toetsenbord 60 seconden gedeblokkeerd worden.   ‐ Na 10 foute gebruikerscodes, zal de duressuitgang geactiveerd worden. Deze kan opnieuw  gedeactiveerd worden met een gewone gebruikerscode of een supergebruikerscode.   ‐ Na 5 tot 10 foute gebruikerscodes, zal het toetsenbord gedurende 15 minuten  geblokkeerd worden.  Het toetsenbord kan opnieuw geactiveerd worden met de  supergebruikerscode op de volgende manier:   ‐ Geen van de bovenstaande veiligheidsvoorzieningen wordt toegepast.          ...
  • Pagina 13 LOCATIE 70: INGAVE VAN DE GEBRUIKERSCODE – AUTOMATISCH OF MANUEEL      ‐ Automatische ingave – Bij een automatische ingave dient men niet meer op de #‐toets te  drukken na ingave van de code. Bij deze modus dienen de gebruikerscodes wel dezelfde  lengte te hebben dan de mastercode (bijvoorbeeld – als de mastercode 5 digits telt, dienen de  gebruikerscodes eveneens 5 digits te tellen).  ‐ Manuele ingave – Bij een manuele ingave dient men, na het ingeven van de code, op de #‐ toets te drukken. De gebruikerscodes kunnen 4 tot 8 digits tellen en moeten niet dezelfde  lengte hebben als de mastercode. Manuele ingave verhoogt het veiligheidsniveau van het  toetsenbord.   LOCATIE 71: PIEPTONEN AAN/UIT    Pieptoon AAN  Pieptoon UIT    LOCATIE 72: INGAVETONEN INSTELLEN       1 lange toon klinkt wanneer de relaisuitgang wordt geactiveerd, na het ingeven van een juiste  code of via de egress knop.   2 korte tonen klinken wanneer de uitgang wordt geactiveerd met een juiste code.   OPGELET: Wanneer men via locatie 71 de pieptonen heeft uitgezet, zullen ook deze ingavetonen  uitstaan.   LOCATIE 73: FLITSENDE LED IN STANDBY AAN/UIT        Led flitst in standby.     Led is uit in standby.       ...
  • Pagina 14 INTELLIGENTE EGRESS KNOP  Meestal zijn beveiligingstoetsenborden enkel geschikt om de ingang te regelen, van binnen naar  buiten. In sommige omstandigheden is het echter ook belangrijk om de ‘uitgang’ te controleren,  zoals bijvoorbeeld in kindertuinen, bejaardentehuizen, ziekenhuizen, juwelierszaken, etc.   Via de intelligente egressknop is het mogelijk om ook de uitgang te sturen, bijvoorbeeld via een  vertragingsfunctie of een uitgangstoon.   LOCATIE 90: EGRESS VERTRAGING EN WAARSCHUWING      FUNCTION MODES:  Configuratie van de egress waarschuwing en alarm:  Kortstondig contact (Momentary) zonder waarschuwing   Wanneer men 1 x op de knop drukt, zal er contact gemaakt worden, zonder waarschuwing of alarm –  zeer geschikt voor in stille omgevingen.     Kortstondig contact met waarschuwingstoon  Wanneer men op de knop drukt, zal er contact gemaakt worden en weerklinkt een  waarschuwingstoon gedurende de egress vertraging.   Holding contact zonder waarschuwingstoon  Druk op de toets en houdt de toets ingedrukt. Er zal geen waarschuwingstoon klinken.   Holding contact met waarschuwingstoon   Druk op de toets en houdt de toets ingedrukt. Er zal een waarschuwingstoon klinken gedurende de  egress vertraging en zolang er op de toets wordt gedrukt.   EGRESS VERTRAGINGSTIMER  Geen vertraging – De uitgang wordt direct geactiveerd wanneer de egress knop wordt  ingedrukt.   ‐ Egress vertragingstimer  Druk een nummer in van 1 tot 99 om de egress vertraging in te schakelen. Het nummer  verwijst naar het aantal seconden dat er vertraging zal optreden. De uitgang zal geactiveerd  worden wanneer de vertragingstijd is verstreken.   Opmerking:   1) Kortstondig contact – De egress vertraging begint te tellen wanneer de egress toets wordt  ingedrukt. De uitgang zal geactiveerd worden wanneer de vertragingstijd is verstreken.   2) Holding contact – De egress toets moet ingedrukt blijven zolang de vertragingstijd loopt. Wanneer  men de toets sneller zou loslaten, zal de timer stoppen met tellen en zal de timer gereset worden.   3) De egress vertraging heeft geen enkele weerslag op de gewone gebruikerscodes. De  gebruikerscodes zullen wel een ogenblikkelijke toegang verschaffen.    ...
  • Pagina 15: Afsluiten Van De Programmatiemodus

    VOORBEELDEN:  Voorbeeld 1: Zet de egress knop in Momentary contact (kortstondig) – 5 seconden vertraging +  waarschuwingstoon.         a) Locatie van de Egress functie – b) Momentary contact met waarschuwingstoon – c) Vertragingstijd  van 5 seconden vooraleer de deur opent  ‐ d)Validatie van de code  Voorbeeld 2: Zet de egress knop in holding contact met 10 seconden vertraging + waarschuwings‐ toon       a) Locatie van de Egress functie – b) Holding contact met waarschuwingstoon – c) Vertragingstijd van  10 seconden vooraleer de deur opent  ‐ d)Validatie van de code  Voorbeeld 3: Zet de egress knop in Momentary contact zonder vertraging     a) Locatie van de Egress functie – b) Momentary modus zonder vertraging – c) Geen vertragingstijd  ‐  d)Validatie van de code    AFSLUITEN VAN DE PROGRAMMATIEMODUS (**)  Sluit de programmatiemodus steeds af via ** om het systeem terug te zetten naar de normale  gebruikersmodus.    ‐ Het systeem wordt terug omgezet naar de gebruikersmodus.           WIEGAND DATA & ‘APO DATA I/O’  Wenst u het systeem te gebruiken met WIEGAND DATA & ‘APO DATA I/O’? – Gelieve de Engelstalige  handleiding te raadplegen voor verdere informatie (zie pag. 24 tot 28)           ...
  • Pagina 16 OVERZICHT PROGRAMMATIEMODUS  LOCATIE  FUNCTIE  CODE OPTIES CODE INGAVE FABRIEKS‐ INSTELLING  0 1  Master code  4 – 8 digits   0 2  Super  4 – 8 digits   gebruikerscode  1 0  Gebruikerscode  CODE1: opslaan/verwijderen voor uitgang 1  2:  sla gebruikerscode op  5: verwijder gebruikerscode  CODE 2: Gebruikerscode:  000‐999 – groep 1  CODE3: Gebruikerscodes:  4‐8 digits  4 0  Bezoekerscodes  CODE1: Gebruikersnummer 01‐50  CODE 2: Geldigheidsperiode   00 – 1 keer geldig  01‐99 – aantal uur geldig  CODE3: Gebruikerscode  4‐8 digits  4 1  Duress code voor  CODE ID: 01‐50   NIL uitgang 1 ...
  • Pagina 17 SYSTEEM  FUNCTIE  CODE INGAVE  RESULTAAT  CODES  0 0 0 0  Fabrieksinstelling mastercode – brengt  Systeem in  het systeem in programmatiemodus –  programmatiemodus  eenmaal een nieuwe mastercode werd  ingesteld, is het deze code die men  dient te gebruiken om in  programmatiemodus te komen  9 9 9 9  Refresh code – Hernieuwt het systeem  Alle geprogrammeerde  en stelt de fabrieksinstellingen opnieuw  gegevens worden gewist, en  in  men vertrekt opnieuw van de  fabrieksinstellingen  8 0 8 0  DAP code – Direct Access code – geeft  Systeem in  direct toegang tot de  programmatiemodus  programmatiemodus – enkel mogelijk in  de opstartperiode.   0 9 9 9  Wissen van een volledige groep  Volledige groep  gebruikerscodes   gebruikerscodes worden  Locaties:   gewist.   10 – Gebruikersgroep 1  40 – Bezoekerscodes  41 – Duress codes groep 1 ...

Inhoudsopgave