Inhoudsopgave
Advertenties
Als u op de resetschakelaar drukt, wacht u drie seconden en als de generatorlampjes zijn niet groen in
plaats van rood branden, schakelt u de motor uit en neemt u contact op met een erkende verkoper.
Als het oliealarmlampje brandt, wordt de motor automatisch uitgeschakeld en controleert u vervolgens of
olie moet worden toegevoegd.
Voordat u het apparaat op de generator aansluit, controleert u of het apparaat in goede staat
verkeert en of het vereiste vermogen hoger is dan het generatorvermogen, sluit u de kabel aan en
start u de generator.
Zorg ervoor dat de aan/uit-schakelaar van de aangesloten apparaten in de stand 'UIT' staat.
Overbelastingslampje (rood)
Als de machine een zuivere inductieve belasting heeft, kan het nominaal vermogen van de machine niet
hetzelfde vermogen. Het nominale vermogen van de machine mag slechts 40% tot 75% van de zuivere
inductieve belasting bedragen.
Nominaal vermogen van de generator
Hoogte: 0 meter, omgevingstemperatuur: 25 ℃, relatieve vochtigheid: 30%
Alleen onder de gespecificeerde omgevingstemperatuur en koeling kunnen generatorsets op het
nominale vermogen worden geladen. Als de werkomstandigheden of de generatoren niet aan de
normen voldoen of de motor (in een beperkt gebied) niet juist wordt gekoeld, moet het
generatorvermogen worden verlaagd.
Omgevingstemperatuur Coëfficiënt: C (30% RH)
Hoogte (m)
0
500
1000
2000
3000
4000
Opmerking: Wanneer de relatieve vochtigheid 60% is, is de omgevingstemperatuur een verbeterde
coëfficiënt van C-0,01
Wanneer de relatieve vochtigheid 80% is, is de omgevingstemperatuur een verbeterde coëfficiënt
van C-0,02
Omgevingstemperatuur (℃)
25
30
1
0.98
0.93
0.88
0.87
0.82
0.75
0.70
0.64
0.59
0.54
0.49
Opmerking
35
0.96
0.83
0.77
0.65
0.54
0.44
19
Uitgangslampje (groen)
Oliewaarschuwingslampje
(rood)
40
45
0.93
0.90
0.78
0.73
0.72
0.67
0.60
0.55
0.49
0.44
0.39
0.34
Advertenties
Inhoudsopgave
