Inhoudsopgave
Advertenties
Bij continu gebruik mag het nominale vermogen niet worden overschreden. In andere gevallen
moet u rekening houden met het totale vermogen van het aangesloten apparaat.
U mag de nominale stroom van de uitgang niet overschrijden.
Als de nominale stroom van de generator niet kan worden bereikt, moet u rekening houden
met het volgende:
Sluit de generator niet parallel aan
Verleng de uitlaatpijp niet
Als een verlengkabel wordt gebruikt, gebruikt u een flexibele kabel met een rubberen huls (de
kabel moet voldoen aan de vereisten van IEC245).245).
De verlengkabel mag maximaal 60 meter lang zijn als de doorsnede 2 mm2 is. De
verlengkabel mag maximaal 100 meter lang zijn als de doorsnede 3 mm2 is.
Generatoren moeten uit de buurt van andere draden en kabels, zoals distributiekabels worden
gehouden.
Bij gebruik van wisselstroom kan er ook gelijkstroom worden gebruikt. Als u zowel een
wisselstroom als gelijkstroom wilt gebruiken, mag u de som van het nominale vermogen van
de gelijkstroomgenerator niet overschrijden.
Toepassingen met wisselstroom
1. Sluit de aarding aan
2.
Start de motor volgens de vereisten van 'De motor starten.
3.
Zorg ervoor dat het vereiste apparaat dat op de schakelaar is aangesloten, is uitgeschakeld en
sluit het apparaat vervolgens aan op de uitgang van de generator.
Wees voorzichtig
Opmerking
17
Grondmarkering
Advertenties
Inhoudsopgave
