Uitlaatgassen van de motor zijn giftig. Gebruik de generatorset niet in ongeventileerde ruimtes. Wanneer
deze in geventileerde ruimten wordt geïnstalleerd, moeten er aanvullende eisen voor brand- en
explosiebeveiliging in acht worden genomen.
Voorafgaand aan het gebruik moeten de generatorset en de elektrische voorzieningen (inclusief leidingen
en stekkeraansluitingen) worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat ze niet defect zijn.
Beveiliging tegen elektrische schokken is afhankelijk van stroomonderbrekers die daarvoor op de
generatorset zijn afgestemd. Als de stroomonderbrekers moeten worden vervangen, moeten ze worden
vervangen door een stroomonderbreker met identieke nominale en prestatiekenmerken.
Vanwege de hoge mechanische spanningen mag alleen een flexibele kabel met een stevige rubberen
mantel (in overeenstemming met IEC 60245-4) of een soortgelijke kabel worden gebruikt.
De gebruiker dient zich te houden aan de voorschriften voor elektrische veiligheid die van toepassing zijn
op de plaats waar de generatorset wordt gebruikt.
De gebruiker moet de vereisten en voorzorgsmaatregelen in het geval van een herbevoorrading
door generatorsets naleven, afhankelijk van de bestaande beveiligingsmaatregelen in deze
installatie en de toepasselijke voorschriften.
Generatorsets mogen alleen worden opgeladen tot hun nominaal vermogen onder de nominale
omgevingscondities.
Voorafgaand aan het uitvoeren van onderhoudswerken moet ervoor worden gezorgd dat een vroegtijdige
start niet mogelijk is.
Aanpassingen aan deze machine mogen niet worden aangepast of gewijzigd door de gebruiker. Als er
aanpassingen nodig zijn, moeten deze worden uitgevoerd door een gekwalificeerd beroepsbeoefenaar.
Beveiligingsmaatregelen bij het vullen van de brandstoftank
De brandstof is uiterst ontvlambaar en giftig.
Deze generator gebruikt alleen benzine; elke andere soort brandstof zal de motor beschadigen.
Doe niet te veel benzine in de tank om morsen te voorkomen. Als u merkt dat er brandstof
gemorst is, moet deze volledig worden gereinigd met een droge doek voordat u de motor start.
Als u per ongeluk brandstof inslikt, brandstof damp inademt, of druppels brandstof in uw ogen
krijgt moet u direct contact opnemen met een arts. Als een bepaalde hoeveelheid brandstof is
gemorst op uw huid of kleding, was dan uw kleding.
Zet de motor altijd uit bij het vullen met brandstof.
Vul de brandstoftank nooit terwijl u rookt, of in de buurt van open vuur.
05