Conform de internationale norm IEC 60364 moet bij een TN
systeem de volgende voorwaarde vervuld zijn voor elke
stroomkring:
Waarbij:
Zs gelijk is aan de lusimpedantie;
●
U0 gelijk is aan de nominale spanning tussen fase en aarde
●
Ia gelijk is aan de stroom die het automatisch uitschakelen
●
van de veiligheid veroorzaakt binnen een bepaald
tijdsinterval, zoals hierna aangeduid:
U0 (Volt)
OPMERKING:
Voor een distributiekring is een uitschakeltijd van maximum
●
5 sec. toegelaten.
Als de veiligheid een verliesstroomschakelaar (RCD) is, is
●
Ia de nominale reststroom.
Bijvoorbeeld, in een TN systeem met nominale netspanning
Uo = 230V beveiligd door gG zekeringen, kunnen de
maximumwaarden Ia en Zs als volgt zijn:
Nominale
waarde (A)
6
10
16
20
25
32
40
50
63
80
100
Bij gebruik van de stroombereiken op model 4120A en
4118A, kan men eveneens de te verwachten kortsluitstroom
meten. De te verwachten kortsluitstroom die gemeten wordt
met deze toestellen moet hoger zijn dan de stroom Ia van de
zekering in kwestie.
120
230
400
>400
Uitschakeltijd 5s
Ia (A)
28
46
65
85
110
150
190
250
320
425
580
≤
Zs
U0/Ia
Zs (Ω)
8.2
5.0
3.6
2.7
2.1
1.53
1.21
0.92
0.71
0.54
0.39
― 34 ―
T (seconde)
0.8
0.4
0.2
0.1
Uitschakeltijd 0.4s
Ia (A)
Zs (Ω)
47
82
110
147
183
275
320
470
550
840
1020
4.9
2.8
2.1
1.56
1.25
0.83
0.72
1.49
0.42
0.27
0.22