Verzenddoel:
Stelt in of de proxy-bewegende-beelden met lage bitsnelheid of de oorspronkelijke bewegende beelden met hoge
bitsnelheid moeten worden overgebracht wanneer bewegende beelden worden overgebracht naar een smartphone.
([Alleen proxy]/[All. oorspronkel.]/[Proxy en oorspr.])
Als u [Alleen proxy] selecteert, kunnen bewegende beelden sneller worden overgebracht dan bij het overbrengen van de
oorspronkelijke bewegende beelden.
Film met Shot Mark:
Knipt een opgegeven aantal seconden aan bewegende beelden eruit en brengt deze over, met de positie van een
opnamemarkering ingesteld als het midden. ([Tot 60 s knippen]/[Tot 30 s knippen]/[Tot 15 s knippen]/[Niet knippen])
De beelden die u wilt overbrengen filteren (Gefilterde beelden)
De beelden die moeten worden overgebracht kunnen worden gefilterd op de volgende criteria:
Doelgroep: [Deze datum]/[Deze media]
Stilst. beelden/films: [Alles]/[Alleen stilst. beelden]/[Alleen films]
Doelbld (Beoordel.): [
Doelfilm (
): [Alles]/[All. Shot Mark-film.]
Doelbld (beveiligd): [Alles]/[Alleen beveil. bldn]
*
Overdrachtsstatus
: [Alles]/[Alleen nt-overgedr.]
*
Beelden die zijn overgebracht door ze te selecteren op de smartphone, worden behandeld als nog niet overgedragen.
*
Als [Film met Shot Mark] is ingesteld op iets anders dan [Niet knippen],, zelfs als u reeds een clip hebt overgebracht met behulp van een
opnamemarkering en daarna een andere opnamemarkering hebt ingesteld op de bewegende beelden, zullen alle opnamemarkeringen clips
maken die opnieuw zullen worden overgebracht als nog niet overgebrachte beelden.
Een opnamemarkering (Shot Mark) toevoegen aan bewegende beelden
Als u een opnamemarkering toevoegt tijdens het opnemen van bewegende beelden, kunt u deze gebruiken als een
markering voor het selecteren, overbrengen of bewerken van de bewegende beelden. Om tijdens het opnemen een
opnamemarkering toe te voegen, veegt u naar links of rechts over het scherm om de pictogrammen van de
aanraakfunctie af te beelden, en raakt u daarna
opnamemarkering toevoegen door op het scherm
Hint
Om de pictogrammen voor de aanraakfunctie te kunnen gebruiken, schakelt u aanraakbedieningen tijdens het opnemen of
weergeven in door elke instelling in MENU →
Terwijl de weergavefilterfunctie wordt gebruikt, kunt u de gefilterde beelden instellen als het doel dat moet worden overgebracht
door [Alles gefilterd] in [
Gebruik een customknop om een tweede opnamemarkering (Shot Mark 2) toe te voegen. Shot Mark 1 kan ook worden
toegevoegd met behulp van een customknop. Wijs de volgende functies toe aan de gewenste knoppen en druk op de knoppen
tijdens het opnemen of weergeven van bewegende beelden.
Als u een opnamemarkering toevoegt tijdens het opnemen van bewegende beelden: wijs [Shot Mark1 toevoeg.] / [Shot Mark2
toevoeg.] toe in [
Als u een opnamemarkering toevoegt tijdens het weergeven van bewegende beelden: wijs [Shot Mark1 t.v./v.w.] / [Shot Mark2
t.v./v.w.] toe in [
Bij bewegende beelden met een opnamemarkering kunt u verspringen naar de positie van de opnamemarkering door het
pictogram van de aanraakfunctie aan te raken in de pauzestand.
Opmerking
Voor beelden die zijn overgebracht door ze te selecteren op de smartphone, wordt het pictogram
afgebeeld.
Afhankelijk van de smartphone, worden de overgebrachte bewegende beelden mogelijk niet correct weergegeven. Bijvoorbeeld,
de bewegende beelden worden mogelijk niet vloeiend weergeven, of kan er geen geluid zijn.
]-[
], [
]
Verzenden] te selecteren.
Eig. t.-/dr.kn.inst.]
Eigen toets-instel.]
(Shot Mark1 toevoeg.) aan. U kunt ook tijdens weergave een
(Shot Mark1 toevoeg.) aan te raken.
(Instellingen) → [Aanraakfunctie] → [Aanraakpaneel-inst.] te configureren.
526
(overgebracht) niet