Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Besproeiingsprogramma Activeren : [Level 6] - Gardena MultiControl Instructies Voor Gebruik

Inhoudsopgave

Advertenties

Besproeiingsprogramma
activeren :
[Level 6]
Om ervoor te zorgen dat het besproeiingsprogramma uitgevoerd
wordt, moet voor de activering Prog
1. Menu-toets 5 keer indrukken (niet noodzakelijk wanneer vooraf
het programma werd aangemaakt).
met de ▼-▲-toetsen instellen en met de OK-toets
ON
2. Prog
bevestigen.
Er wordt voor 2 sec. Prog
de display naar de normale weergave.
De programmering van de besproeiingscomputer is nu voltooid,
d.w.z. het ingebouwde ventiel opent / sluit volautomatisch en
besproeit dus op het geprogrammeerde tijdstip.
OFF
Ook wanneer Prog
worden gegeven.
Bodemvochtigheidssensor gestuurde besproeiing:
Voorwaarde : De GARDENA bodemvochtigheidssensor Art. 1188
is aangesloten (zie 4. Ingebruikname). Met de regensensor is de
bodemvocht-sensorgestuurde besproeiing niet mogelijk.
Een tevoren aangemaakt programma voor de tijdgestuurde
besproeiing blijft hierbij behouden, wordt echter niet uitgevoerd.
1. Menu-toets 5 seconden ingedrukt houden.
De besproeiingscyclus knippert.
2. Gewenste besproeiingscyclus via de ▼-▲-toetsen kiezen
(bijv.
dag) en met de OK-toets bevestigen.
Besproeiing overdag (6 - 20 uur), wanneer de
Dag
bodemvochtigheidssensor droog meldt.
Nacht
Besproeiing s nachts (20 - 6 uur), wanneer de
bodemvochtigheidssensor droog meldt.
Dag & Nacht
Besproeiing, wanneer de bodemvochtigheidssensor
droog meldt.
3. Besproeiingsduur in minuten (0 - 59 min.) aan de ▼-▲-toet-
40
sen instellen (bijv.
De besproeiing start binnen de ingestelde besproeiings-cyclus
zodra de bodemvochtigheidssensor droog (Sensor ON) meldt.
De besproeiingsduur is in de fabriek vooraf op 30 minuten ingesteld.
De ingestelde besproeiingsduur bij de sensorgestuurde besproei-
ing geldt ook voor handmatige besproeiing.
Bij de door de bodemvochtigheidssensor gestuurde be-
sproeiing wordt na iedere besproeiing een pauze van twee
uur voor de bepaling van de bodemvochtigheid door de
bodemvochtigheidssensor ingelast.
Voorbeeld :
Besproeiingscyclus
Besproeiingsduur
De besproeiing begint wanneer de sensor overdag (tussen 6 en
20 uur) droog (Sensor ON) meldt en eindigt afhankelijk van de
bodemvochtigheid uiterlijk na 40 minuten.
ON
geselecteerd zijn.
OK
weergegeven en daarna springt
is geselecteerd kan er handmatig water
minuten) en met de OK-toets bevestigen.
=
(dag),
= 40 minuten
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

1862

Inhoudsopgave