Aanvullende instructies voor permanentmagneetmotoren
met een omvormer.
Veiligheid bij installatie, opstarten, onderhoud
■
Deze aanvullende waarschuwingen betreffen het gebruik van
permanent-magneetmotoren met een omvormer. De overige veiligheidsinstructies in
dit hoofdstuk zijn ook van toepassing.
WAARSCHUWING!
Volg deze instructies. Als u ze negeert, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk
letsel of schade aan de apparatuur.
Als u geen gekwalificeerd elektrotechnicus bent, mag u geen installatie- of
onderhoudswerk verrichten.
•
Werk niet aan de omvormer als de permanentmagneetmotor aangesloten is. Een
draaiende permanentmagneetmotor zet spanning op de omvormer, ook op de
ingang- en uitgangsklemmen.
Vóór installatie, opstarten en onderhoudswerkzaamheden aan de omvormer:
•
Stop de omvormer.
•
Koppel de motor van de omvormer los via een veiligheidsschakelaar of andere
middelen.
•
Indien u de motor niet los kunt koppelen, zorg er dan voor dat de motor niet kan
draaien tijdens de werkzaamheden. Zorg ervoor dat geen enkel ander systeem,
zoals hydraulische kruipomvormers, de motor rechtstreeks of via een mechanische
verbinding zoals riem, nip, touw, enz. kan doen draaien.
•
Volg de stappen in sectie
•
Als de motor is aangesloten op een invertereenheid met een DC-lastscheider,
opent u de scheider, vergrendelt u deze en brengt u een tag aan. Als de motor is
aangesloten op een invertereenheid zonder DC-schakelaar, verwijder dan de
zekeringen tussen de invertermodule(s) en de DC-link van de omvormer.
•
Installeer tijdelijke aarding van de uitgangsklemmen van de omvormer (T1/U,
T2/V, T3/W). Verbindt de uitgangsklemmen met elkaar en ook met de PE . Indien
de invertereenheid voorzien is van een uitgang-aardingsschakelaar (optie +F270),
sluit de schakelaar dan.
WAARSCHUWING! Voordat u de aardeschakelaar aan de uitgang (optie
+F270) sluit, moet u controleren of de motoras goed vergrendeld is. Zelfs
een zeer langzaam draaiende motor genereert een hoge kortsluitstroom
waartegen de schakelaar niet bestand is.
Het opstarten:
•
Zorg er voor dat de motor geen overtoeren kan draaien, d.w.z. aangedreven door
de last. Motor-overtoerental leidt tot overspanning die de condensatoren in de
tussenkring van de omvormer kan beschadigen of vernietigen.
Elektrische veiligheids-voorzorgsmaatregelen (pagina
Veiligheidsvoorschriften 19
15).