APV
APV_D4_D4SL_NL-1_102018.indd
Afbeelding 11.4.
Afbeelding 11.4.1.
D4 / D4 SL met klepstandmelding
Klep
geopend
Klep
gesloten
Mixproof-klep met dubbele klepzitting
APV DELTA D4 / D4 SL
Bedrijfshandleiding: NL - rev.1
11.
Demontage-/montage-instructies
De positienummers hebben betrekking op de lijst met
reserveonderdelen
DIN- en inchuitvoeringen: D4
DIN- en inchuitvoeringen: D4 SL
11.4.
Montage van het klepinzetstuk
1. Het klepinzetstuk tot de stop van de schroef voorzichtig in de
klepbehuizing (1) monteren.
2. De uitdrijfschroef verwijderen en het klepinzetstuk voorzichtig in de
behuizing (1) drukken.
3. De zeskant schroeven (26) erin draaien en kruiselings vastdraaien.
4. De control unit op de adapter plaatsen. De control unit moet op de
3
adapter gecentreerd zijn.
1
5. De spanring plaatsen en met de schroeven bevestigen.
Klepinzetstuk
6. De stuurluchtleidingen aanbrengen.
2
D4 klep:
Uitdrijfschroef
D4 SL klep:
7. Klepstandmelding controleren:
Melding gesloten klepstand - Sensor 1 aangestuurd
1
Voor de instelling van de Hall-sensor 1 moet de klep in de gesloten
stand staan; de elektromagneetklep is niet aangestuurd. De
instelschroef 1 in de vereiste stand draaien. De LED „Valve Closed"
gaat branden.
Melding geopende klepstand - Sensor 2 aangestuurd
Voor instelling van Hall-sensor 2 wordt eerst de elektromagneetklep
1 aangestuurd. Dit kan naar wens handmatig of elektrisch worden
uitgevoerd. Daarna instelschroef 1 draaien, om openzetten van de
klep en de bijbehorende terugmelding in te stellen. Als de vereiste
stand bereikt is, gaat de LED „Valve Open" branden
Initiatorhouder
Neem de schakelhysterese van de Hall-sensors in acht!
Stel het schakelpunt van de sensors daarom ruim in; zo zijn geringe
schommelingen mogelijk. Aanbevolen worden 2 extra rotaties van
360° van de instelschroef.
Aandrijvingsschroeven
8. Uitvoering met naderingsinitiators:
De initiatorhouder in positie brengen en met de schroeven
vastschroeven. Controleer of de meldingen „Valve Closed" (klep
gesloten) of „Valve Open" (klep geopend) worden weergeven.
Positioneer indien nodig de naderingsinitiators.
Luchtaansluiting 1:
Luchtaansluiting 1:
Luchtaansluiting 2:
Luchtaansluiting 3:
NL
RN 500.047.01;
RN 501.047.0101
klep openen
klep openen
Beluchting bovenste stoter
Beluchting onderste stoter
23