VOORBEELD
Inschakelen van de breedfunctie:
1
Houd de
3
de
ingedrukt houden.
2
Terwijl u de
houdt, drukt u meermalen op de
totdat WIDE op het scherm wordt aangegeven.
c
3
Laat de
U kunt kiezen uit 11 verschillende letterstijlen voor uw tekst.
Houd er rekening mee dat letters in een kleine puntafmeting in bepaalde stijlen (zoals
bv. I+SHAD) na afdrukken wel eens moeilijk leesbaar kunnen zijn.
De stijlen zijn als volgt:
NORMAL BOLD, OUTLINE, SOLID, SHADOW, ITALIC, I+BOLD (cursief + vetgedrukt), I+OUTL
(cursief + omtrek), I+SOLID (cursief + blok), I+SHAD (cursief + schaduw), VERT (verticaal)
De standaardinstelling is NORMAL. De stijlindicator onder het scherm toont de huidige stijl-
instelling wanneer een andere instelling dan NORMAL is gekozen.
Zie de Stijlvoorbeelden aan het einde van deze paragrafen voor de afbeeldingen van de
diverse stijlen.
Wijzigen van de stijlinstelling:
1 Draai aan de + knop totdat 04/21 STYLE (of 04/06 STYLE voor de plaatselijke opmaakfunctie) op
het scherm verschijnt en druk dan op de + knop zodat de huidige stijlinstelling wordt aangegeven.
2 Draai aan de + knop totdat de gewenste stijlinstelling op het scherm verschijnt en
druk dan op de + knop om de instelling toe te passen op de tekst.
OF
1 Houd de c toets ingedrukt en druk dan op de 4 (4) toets. Blijf de c toets
ingedrukt houden totdat de huidige stijlinstelling op het scherm verschijnt.
2 Terwijl u de c toets nog steeds ingedrukt houdt, drukt u meermalen op de 4
(4) toets totdat de gewenste stijlinstelling op het scherm verschijnt.
c
toets ingedrukt en druk dan op
3
Blijf de c toets
(
) toets.
c
toets nog steeds ingedrukt
toets los.
LETTERSTIJL
3
3
(
) toets
W I D T H
Alt
M E D I U M
Caps
W I D T H
Alt
W I D E
Caps
85