VEILIGHEID
Het is belangrijk dat de gashaard op de juiste manier
wordt geïnstalleerd, met inachtneming van het milieu en
menselijke veiligheid. Er mogen geen ongeoorloofde
wijzigingen aan de haard worden aangebracht.
De haard mag niet gebruikt worden als het glas
gebarsten, gespleten of verwijderd is. Gebruik de
haard niet als de glasafdichting kapot of versleten is.
Voor dit product kunnen rookkanalen worden gebruikt
die CE-gekeurd zijn (zie de onderstaande handleiding
voor gebalanceerde rookkanalen pagina 34).
Deze haard is ontworpen voor een gebalanceerd
WAARSCHUWING!
• Het apparaat moet door een erkend installateur worden geplaatst en aangesloten als een kamerafgesloten
systeemapparaat.
• Controleer vóór het begin van de installatie of de gegevens op het informatie label overeenkomen met de gassoort
en de gasdruk waarop het apparaat wordt aangesloten.
• Installeer het apparaat volgens de onderstaande instructies en de nationale en lokale voorschriften.
• Plaats geen brandbaar of organisch materiaal in de haard.
• Nadat de haard is uitgeschakeld, heeft de haard een afkoelingsperiode van 15 minuten nodig voordat het glas kan
worden verwijderd of gereinigd.
• Zorg ervoor dat de ruimte rond de haard altijd vrij is van brandbare materialen. Zie de minimale veilige afstand op
pagina
36.
• Zorg ervoor dat de haard tijdens de installatie vrij blijft van onder andere stof en vocht. Het blokkeren van de
overdrukkleppen kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
• Zorg ervoor dat de overdrukkleppen tijdens de installatie goed werken (zie pagina 43).
• Controleer of het gebalanceerde rookkanaal op de juiste wijze is geïnstalleerd.
• Zorg ervoor dat de GV60 Combinatie ventiel, de leidingen en de bovenkant van de haard niet in aanraking komen
met cement of andere bouwmaterialen. Anders kan dit leiden tot een lek of defecte onderdelen.
• Draai of forceer de flexibele leidingen naar de GV60 combinatie ventiel niet. Zorg ervoor dat er geen spanning op de
leidingen staat.
• Zorg ervoor dat u de leidingen niet beschadigt tijdens de installatie of plaatsing van de haard.
• Zorg ervoor dat de knelkoppelingen tijdens de installatie niet losraken.
• Plaats de haard niet tegen een ontvlambare achterwand.
• Controleer na de installatie of de leidingen en knelkoppelingen gasdicht zijn.
INLEIDING
rookkanaal (luchttoevoer en -afvoer in dezelfde
schoorsteen). Daarom is er geen extra luchttoevoer
voor de verbranding nodig. Het is aan te raden de
luchtverversing in de kamer aan te passen om een
aangenaam binnenklimaat te garanderen. Deze haard
kan worden geïnstalleerd in een luchtdicht gebouw of
in een gebouw met mechanische ventilatie, aangezien
de gashaard in een gesloten systeem werkt dat geen
verbrandingslucht aan de ruimte onttrekt.
Houd er rekening mee dat het niet opvolgen van de
instructies in deze handleiding en de meegeleverde
handleidingen kan leiden tot een gevaarlijke of zelfs
dodelijke situatie.
7