PLAATSING EN CONSTRUCTIE
Gebruik
isolatieplaten
warmtegeleidingscoëfficiënt
een minimale warmteweerstand van 10 K·m²/W.
Geschikte producten kunnen zijn: Promat Promatect L
isolatieplaat, Skamol Skamotec 225 of Skamol Super-
Isol.
De ontvanger en de GV60-klep worden aangesloten
op de haardbranders. Deze moet worden geplaatst in
het inspectierooster, dat op een geschikte plaats onder
de haard moet worden geplaatst.
Kleine aanpassingen van de poten zijn mogelijk met
behulp van de voeten, en deze moeten op de gewenste
hoogte worden ingesteld voordat het rookkanaal wordt
geïnstalleerd. Breng nooit andere wijzigingen aan de
haard aan dan het aanpassen van de hoogte van de
poten. Daarnaast zijn hoge poten optioneel.
De gemonteerde haken worden gebruikt om de haard
aan de achterwand te bevestigen.
Er zijn twee meetpunten boven het glas geplaatst om
de ontsteking te controleren. Links verse lucht binnen,
rechts uitlaatlucht. Zie illustraties op pagina 46.
In gevallen waarin de nationale voorschriften vereisen
dat er controlemetingen worden uitgevoerd in het
rookkanaal en boven de haard, kan hier een meetpunt
worden geplaatst.
LET OP!
De 1000 mm naar boven is een minimale afstand tot een ontvlambaar plafond. Houd altijd min. 3 mm afstand van het
bouwmateriaal tot de haard in verband met thermische uitzetting.
Plaats geen ontvlambaar materiaal in de opbouw.
Zorg ervoor dat de ventilatie rondom de haard vrij kan circuleren Er moet een vrije ruimte van minstens 50 mm rond de
hele haard zijn om luchtcirculatie mogelijk te maken.
De ontvanger en de GV60 Combinatie ventiel moeten onder de haard worden geplaatst.
Wij raden u aan de haard altijd te monteren en te testen voordat u de opbouw afrondt.
Het moet mogelijk zijn de de haardlijst verwijderen, monteer deze daarom niet met siliconen of iets dergelijks.
Volg bij het bouwen van een gashaard altijd de plaatselijke bouwvoorschriften en de instructies van de brandweer.
36
INSTALLATIE
met
een
maximale
van
0,10
W/m·K
of
Zorg ervoor dat de haard aan alle kanten volledig
geïsoleerd is van ontvlambaar materiaal. Wij raden
aan het plafond en de vloer te beschermen met niet-
ontvlambaar materiaal binnen de opbouw. Houd altijd
de aangegeven veiligheidsafstanden van uw haard tot
ontvlambare materialen aan.
Bouw een constructie van de gewenste grootte van
niet-brandbare materialen - de minimumafmetingen
voor elk model worden weergegeven in het volgende
hoofdstuk.
Gebruik geen isolatiemateriaal (of ander materiaal) om
de spouw boven en aan de zijkant van de haard op te
vullen.
TE GARANDEREN.
De inbouwruimte moet voorzien zijn van convectie
openingen met een minimale oppervlakte van 200 cm
boven de haard en 200 cm
De convectie boven de haard moet een afstand van
300 mm tot het plafond aanhouden.
onder de haard.
2
2