Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
POPSTAR 6 – POPSTAR 10
12 – INTEGRATIE VOORBEHOUDEN VOOR HET TECHNISCH GEKWALIFICEERD PERSONEEL
12.1 BELANGRIJKSTE COMPONENTEN EN HUN WERKING
ROOKDRUKSCHAKELAAR
Dit is een veiligheidsinrichting die - indien nodig - de motor van de laadschroef stopt. Dit gebeurt meestal indien de rookafvoerbuis
of het rookkanaal verstopt is. Dit is de reden waarom het strikt verboden is een rooster te plaatsen op het einde van de buis.
Wanneer het vuil dat achterblijft het rooster verstopt, zal de rookdrukschakelaar worden geactiveerd en de pellettoevoer worden
gestopt.
MOTOR LAADSCHROEF
Deze wordt aan/uitgeschakeld op regelmatige ON/OFF-intervallen door een microprocessor. De werking van deze motor
vermindert in de volgende gevallen:
-Bij interventie van de thermische beveiliging van de motor zelf. -Bij interventie van de rookdrukschakelaar door verstopping van de
rookafvoer.
-Wanneer er geen pellets meer zijn. -Wanneer het toestel opzettelijk werd uitgeschakeld. -Bij interventie van de manueel resetbare
thermostaat bij 125°C.
KAMERVENTILATOR
Start automatisch op wanneer het thermokoppel voor rook een bepaalde rooktemperatuur detecteert. Analoog zal de werking
stoppen op het einde van de laadfase of tijdens de opzettelijke uitschakeling, wanneer het thermokoppel voor rook de geschikte
interventietemperatuur detecteert (tot maximum 20 minuten).
ROOKAFZUIGER
Wordt automatisch aangeschakeld bij de start van het toestel. Tijdens de eerste minuut vindt de "reiniging" van de rookafvoer
plaats, d.w.z. werkt hij met het maximum vermogen. Daarna zal de optimale snelheid worden ingesteld. Voor een goede rookafvoer
en een veiliger systeem zal de rookafzuiging blijven werken gedurende 20 minuten na uitschakeling van het toestel.
THERMOKOPPEL
Het thermokoppel heeft de functie om de temperatuur van de verbrandingsgassen te controleren: wanneer de rookgassen een
bepaalde temperatuur hebben bereikt, duidt hij aan dat het toestel is aangeschakeld. Analoog zorgt een temperatuurverlaging
onder een bepaalde grenswaarde voor de weergave van het opschrift NO PELLET op de display.
VEILIGHEIDSSONDE PELLETBAK
Deze sonde treedt in werking wanneer de temperatuur in de nabijheid van de pelletbak stijgt boven een bepaalde drempelwaarde
en zo een instantaan vrijgavesignaal zendt naar de omgevingsventilator om te werken.
MANUEEL RESETBARE THERMOSTAAT 125°C
De pelletlaadschroef wordt geblokkeerd wanneer er een oververhitting wordt geregistreerd boven de 125°C. Op de display
verschijnt het opschrift AL t max. Nadat de oorzaken voor de oververhitting werden gedetecteerd en opgelost, kunt u het toestel
terug aanschakelen door het plastic dekseltje van de thermostaat, gelegen op het voedingspaneel, los te schroeven en de toets in
te drukken (het toestel kan enkel worden gereset wanneer de temperatuur al behoorlijk is gedaald).
ONTSTEKINGSBOUGIE
Begint te werken in de START-fase. Zorgt voor de opwarming van de lucht tot 800°C en de bevordering van de eerste verbranding
van de pellets in de vuurpot. De garantie van de ontstekingsbougie bedraagt 6 maanden.
12.2 VOORSCHRIFTEN VEREIST VOOR DE CORRECTE WERKING
• Lees aandachtig deze handleiding voor gebruik en onderhoud.
• Schakel het toestel steeds uit met het bedieningspaneel. Het is verboden het toestel uit te schakelen met de hoofdschakelaar 0/I
op het voedingspaneel.
• Tijdens de normale werking mag u nooit de stekker uit het stopcontact trekken en mag de elektrische voeding nooit worden
onderbroken. Het loskoppelen van de elektrische voeding kan leiden tot rookafgifte in de kamer.
• Installeer het toestel niet met een rookafvoer in de wand die uitsluitend bestaat uit horizontale delen. De afvoer van rookgassen
moet ook steeds gegarandeerd worden door de natuurlijke trek. Indien het rookafvoersysteem niet correct werd geïnstalleerd is het
mogelijk dat het toestel gedwongen wordt stopgezet door overdruk in het rookkanaal ten gevolge van windstoten.
• Laat het toestel de eerste maal werken bij maximaal verbrandingsniveau en een minimale ventilatiesnelheid gedurende minstens
10 uur, in een goed verluchte omgeving, om de geproduceerde rook ten gevolge van het drogen en bakken van de silicaten in de
emailbekleding van de verbrandingskamer af te voeren.
• Installeer geen rooster of speciaal uiteinde op de rookuitlaat zodat de verbrandingsgassen probleemloos kunnen worden
afgevoerd. Indien dit wel wordt geïnstalleerd zal het toestel slecht werken.
• Zorg ervoor dat het toestel schoon blijft en controleer de vuurpot zoals beschreven in deze handleiding voor gebruik en
onderhoud.
• Maak het rookafvoersysteem regelmatig schoon.
• Gebruik pellets van een goede kwaliteit: door het gebruik van slechte pellets is het mogelijk dat het rendement van het toestel
wordt verminderd met 50% of meer.
• Bewaar de pellets in een droge en verluchte beschutte ruimte.
• Tijdens de normale werking moet het deurtje van het toestel steeds dicht blijven.
• Kom nooit aan de hete buitenste oppervlakken, tenzij met geschikte beschermingsmiddelen.
Pag 36