Figuur 104
1. Opening van vulplug
(planeetwielkast)
2.
Plaats de vulplug en de controleplug.
3.
Veeg de planeetwiel- en remkast schoon
105).
Figuur 105
4.
Herhaal stappen
planeetwielaandrijving verwijderen (bladz. 66)
en stappen
1
tot en met
voor de planeetwiel- en remeenheid aan de
andere kant van de machine.
Het oliepeil van de achteras
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 400 bedrijfsuren (Controleer het
motoroliepeil ook voordat u de motor voor de
eerste keer start.)
De achteras is in de fabriek gevuld met SAE 85-140
transmissieolie. De capaciteit bedraagt 2,4 liter.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
2. Vulplug
1
tot en met
7
in
De olie uit de
3
in deze procedure
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Verwijder de controleplug van één uiteinde van
de as
aan de onderkant van de opening komt. Indien
het peil te laag staat, verwijdert u de vulplug
(Figuur
het peil de onderkant van de openingen van de
controleplug bereikt.
g225610
(Figuur
1. Controleplug
Vervangen van de olie van
de achteras
Onderhoudsinterval: Na de eerste 200 bedrijfsuren
Om de 800 bedrijfsuren
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
g225607
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Reinig de omgeving van de drie aftappluggen, 1
aan elke kant en 1 in het midden
1. Aftappluggen
3.
Verwijder de controlepluggen voor het oliepeil
en de ontluchtingsdop op de hoofdas zodat de
olie gemakkelijk kan weglopen.
67
(Figuur
106) en controleer of de olie tot
106) en vult u voldoende olie bij totdat
Figuur 106
2. Vulplug
Figuur 107
g009716
(Figuur
107).
g009717