Instellingen
5.2.10 Calibratie wamtecamera
Omdat de temperatuur van de thermische sensor de gemeten waarden beïnvloedt, wordt de
warmtebeeldcamera tijdens de werking automatisch gekalibreerd voor de huidige temperatuur
van de sensor. Terwijl de camera werkt, kunt u op elk gewenst moment Calibratie wamtecamera
selecteren om een handmatige kalibratie uit te voeren.
Automatische kalibratie
De warmtebeeldcamera gebruikt automatische kalibratie om een consistente en accurate
temperatuurmeting te waarborgen.
Aanvullende informatie:
Tijdens de automatische kalibratie wordt een bericht op het scherm weergegeven dat
•
kalibratie plaatsvindt.
Automatische kalibratie vindt plaats als de warmtebeeldcamera wordt ingeschakeld tijdens
•
het opwarmen.
Automatische kalibratie wordt verder uitgevoerd ongeveer om de 5 minuten en telkens als de
•
temperatuur van de thermische sensor met 3 °C verandert.
Tijdens het kalibreren is af en toe ook een klik te horen en kan het scherm even bevriezen.
•
Er wordt een symbool gebruikt om aan te geven dat kalibratie zo dadelijk begint
•
(zie onderstaande tabel):
Voorbeeld
5.2.11 Advanced
Temperatuur
De Temperatuur-instelling stelt de temperatuureenheid in (°F of °C)
Maak met de bedieningsknoppen omhoog/omlaag een selectie in het menu. Druk vervolgens op
de Y-knop om de selectie in te schakelen en terug te gaan naar het instellingen-menu.
Eén minuut of korter voor het kalibreren wordt het "~"-symbool weergegeven voor
de middengebiedtemperatuur (gemiddeld) om aan te geven dat het kalibreren zo
dadelijk begint.
i
Afbeelding 5-15 Menu voor temperatuurinstellingen
Beschrijving
°F
°C
31
Instellingen-menu
(Afbeelding
5-15).