Instellingen
5.2.1 WiFi-verbinding
De diagnostische warmtebeeldcamera kan verbinding maken met een WiFi-netwerk, maar
verbinding is alleen mogelijk met ALTUS, onze cloudgebaseerde website voor het opslaan en delen
van afbeeldingen. Zie
Voordat u ALTUS kunt gebruiken, moet WiFi worden ingeschakeld en moet het apparaat
verbinding maken met een draadloos netwerk.
z
De warmtebeeldcamera aansluiten op een WiFi-netwerk:
Als u in het instellingen-menu WiFi-verbinding selecteert, kunt u WiFi AAN/UIT zetten en een
draadloos netwerk selecteren
1. Zet de warmtebeeldcamera AAN en druk op de Menu-knop.
2. Selecteer het instellingen-pictogram op de werkbalk.
3. Selecteer WiFi-verbinding in het menu.
4. Om WiFi AAN/UIT te zetten, drukt u op de bedieningsknop omhoog om het pictogram voor
WiFi AAN/UIT te selecteren en drukt u vervolgens op de Y-knop om WiFi AAN/UIT te zetten
(Afbeelding
5. Druk op de bedieningsknop omlaag om de lijst met WiFi-netwerken te openen en selecteer
vervolgens met de bedieningsknoppen omhoog/omlaag een draadloos netwerk. Druk op de
Y-knop om de geselecteerde optie in te schakelen
6. Als u een beveiligd (besloten)
voert u het wachtwoord in met het schermtoetsenbord en de richtingsknoppen. Selecteer
"enter/gereed" als u klaar bent
ALTUS (ALTUSDRIVE.com) - afbeeldingen opslaan/delen
(Afbeelding
5-4).
i
Wi-Fi
Afbeelding 5-4 WiFi AAN/UIT / netwerkselectie
5-4).
Aan
Uit
Wi-Fi Netwerk 1
Wi-Fi Netwerk 2
Wi-Fi Netwerk 3
Wi-Fi Netwerk 4
(Afbeelding
netwerk selecteert waarvoor een wachtwoord is vereist,
(Afbeelding
5-5).
23
Instellingen-menu
op pagina 46.
5-4).