2. Tik in de Tuner bedieningsbalk op "Presets" om de Presets / zenderlijst te openen.
3. Houd de gewenste geheugenplaats ingedrukt om de huidige zender op te slaan.
INFO: Tik kort aan om de opgeslagen DAB+ zender op te zetten.
CAMERA
Het ZENEC-systeem ondersteunt maximaal drie camerasystemen die rechtstreeks via het
scherm, de [CAM] sensorknop of via de stuurwielafstandsbediening kunnen worden bediend.
Het camerabeeld van camera1 wordt automatisch ingeschakeld wanneer de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld. Via de geavanceerde camera-instellingen binnen de bron kunt u de
parkeergeleidingslijnen weergeven als een overlay van het camerabeeld en ze afzonderlijk
configureren. De hulplijnen helpen om de afstand beter in te schatten en kunnen worden aangepast
aan de grootte van het voertuig.
CAMERABRON OPROEPEN
Optie 1:
Tik op het bronsymbool of op de [CAM] sensortoets om de camerabron op te roepen.
Optie 2:
Schakel in de achteruit versnelling.
Optie 3:
Druk op de betreffende toets [CAM/Voice] op het stuur om de camerabron op te roepen.
CAMERA-INGANGEN OMSCHAKELEN
Op het ZENEC-apparaat:
1. Tik binnen de camerabron op [Camera 1] c.q. [M-view] of op de [CAM] sensortoets om van
camera-1 / Multiview naar camera-2 en camera-3 te gaan.
2. Het camerabeeld van de geselecteerde camera wordt weergegeven.
Met de afstandsbediening op het stuur:
1. Druk herhaaldelijk op de toets [CAM/Voice] op het stuur om te schakelen tussen camera-1 /
Mutiview, camera-2 en camera-3 binnen de camerabron.
2. Het camerabeeld van de geselecteerde camera wordt weergegeven.
CAMERAPARKEERLIJNEN INSTELLEN EN CONFIGUREREN
1.
Tik op het bronsymbool of op de [CAM] sensortoets om de camerabron op te roepen.
2. Tik op het
symbool in de camerabron om de geavanceerde camera-instellingen te openen.
3. Maak de gewenste instellingen voor de parkeerhulplijnen, zie tabel. De wijzigingen worden
automatisch verwerkt.
Overzicht van belangrijke bedienings- en configuratieopties in de geavanceerde camera-
instellingen:
Functie
Symbool
Betekenis
Hulplijn-
Tik aan om de lijnen af te stellen.
instellingen
Weergave
Tik aan om de lijnen te tonen of te verbergen.
Marker
Weergave van de lijnenvelden (1 - 3), met de pijlen
Lijnenvelden
kunnen de niveaus worden gewijzigd.
58 Rev.B
Functie
Symbool
Betekenis
Sluiten
Aantikken om het instellingenmenu te sluiten.
►◄
Kleiner
Aantikken om dit veld te verkleinen.
◄►
Groter
Aantikken om dit veld te vergroten.
Omhoog
▼
Aantikken om dit veld naar voren te halen.
▲
Naar beneden
Aantikken om dit veld weg te schuiven.
Basisinstelling
Tik aan om de lijnen vast te leggen in de basisinstelling
OPMERKING: Om de geleidelijnen te kalibreren, zet u de auto achteruit evenwijdig aan de
parkeerstrepen in het midden van het begin van de parkeerplaats.
Beeldmodus Multiview-camera
Het ZENEC-systeem ondersteunt de nieuwe ZENEC Multiview-cameramodellen voor eenvoudige
camerabewaking in het voertuig. Met de Multiview-functie kan het gewenste beeld op de ZENEC-
eenheid direct handmatig worden geregeld. De gewenste beeldsectie wordt geselecteerd via de
Multiview-regelbalk onderaan het scherm van het apparaat.
Het voordeel: U kunt alle gebieden achter het voertuig zien, wat het manoeuvreren veel
gemakkelijker maakt.
Voorwaarde:
• De Multiview-camera is correct aangesloten.
• Het apparaat heeft voedingsstroom.
• De Multiview camera is ingesteld als bron voor de parkeerhulp in de voertuigassistent.
[Instellingen] ➔ [Voertuigassistent] ➔ [Parkeerhulp] ➔ Stel "Multiview" in.
OPMERKING: De Multiview-functie kan alleen goed werken, als u ook de bij de ZENEC
Multiview-camera meegeleverde Multiview-aansluitkabel gebruikt. Zie het aansluitschema op
pagina 81.
OPMERKING: Made for Multiview. Alleen camera-ingang 1 is compatibel met Multiview.
Het aantal beschikbare camerastandpunten voor de '2023 Multiview-camera line-up:
• Aantal camerastandpunten: 6
7
1
2
3
4
5
6
59 Rev.B