Accufuncties
1. Weergave accuniveau: De ledlampjes voor status geven het huidige accuniveau aan. Druk op
de aan-/uitknop om te controleren.
2. Communicatie: Accuparameters, inclusief het voltage en het accuniveau, worden naar
het vliegtuig gestuurd, zodat het vliegtuig passende maatregelen kan nemen wanneer de
accuparameters veranderen.
3. Detectie oplaadfout: Fouten die optreden tijdens het opladen worden aangegeven door de
ledlampjes voor status. Als er een fout optreedt moet u de accu loskoppelen en wachten tot
de accu de fout automatisch heeft verholpen. Voor meer informatie kunt u het gedeelte over
LED-patronen raadplegen.
4. Registratie van accufouten: De accu registreert fouten zoals overmatig laden/ontladen, het
overschrijden van de maximale temperatuur tijdens het op- en ontladen, en het gedurende
langere tijd opslaan van een accu met een accuniveau buiten het aanbevolen bereik. De
registratie van accufouten zijn toegankelijk voor geautoriseerde DJI-dealers voor het oplossen
of repareren van problemen.
5. Automatisch uitbalanceren: In bepaalde situaties balanceert de accu automatisch de
spanningen van de cellen.
6. Automatisch ontladen: Als de accu meer dan een dag volledig is opgeladen, ontlaadt deze
zich automatisch tot 97%. Na 7 dagen ontlaadt de accu automatisch tot 60%.
7. Automatische aanpassing stroomsterkte: Bij gebruik met het meegeleverde accustation past
de accu op intelligente wijze de laadstroom aan op basis van de temperatuur van de accucel.
De accu is ook uitgerust met zelfbescherming op basis van de omgevingstemperatuur.
8. Temperatuurregeling: De accu zorgt ervoor dat het temperatuurverschil tussen de batterijcellen
gelijk is en binnen het toegestane temperatuurbereik blijft.
• Raadpleeg de veiligheidsvereisten op het label van de accu voordat u deze voor het
eerst gaat gebruiken. De gebruiker aanvaardt de volledige verantwoordelijkheid voor het
niet naleven van de veiligheidsvereisten die op het etiket vermeld staan.
• De productgarantie vervalt als er accufouten optreden als gevolg van verkeerd gebruik
van de batterij.
Het gebruik van de accu
Indrukken en vervolgens nogmaals de aan-/uitknop ingedrukt houden om de accu in te
schakelen nadat deze op het vliegtuig is aangesloten. Wanneer het vliegtuig landt en de
motoren stoppen, moet u de aan-/uitknop indrukken en vervolgens nogmaals ingedrukt houden
om de accu uit te schakelen. Daarna koppelt u de batterij los van het vliegtuig.
• Plaats of gebruik de accu NIET in de buurt van warmtebronnen zoals een oven of kachel.
Laat de accu op warme dagen NIET achter in een voertuig.
• Laat de accu NIET in contact komen met vloeistoffen. Laat de accu NIET achter in de
buurt van een vochtbron en gebruik de batterij NIET in een vochtige omgeving. Anders
kan het zijn dat de accu gaat roesten, waardoor de batterij mogelijk in brand kan vliegen
of exploderen.
12