6
Functies
6-1. Geheugenfunctie
De lichtmeter kan tot 9 metingen opslaan, zowel voor opvallend als gereflecteerd licht. Deze functie
kan in alle meetmethodes gebruikt worden, met uitzondering van verlichtingssterkte, lumenantie en
alle meervoudige flitsmetingen.
6-1-1. Geheugen
1. Druk op de meetknop ⑧ op de zijkant van de meter
om een meting uit te voeren en het resultaat weer
te geven.
2. Druk op de geheugenknop ⑤ om de meting op
te slaan. M1 verschijnt in de titelbalk om weer te
geven dat één meting werd opgeslagen. Tevens
verschijnt op de analoge schaal een merkteken.
3. Herhaal stap 1 en 2 om tot max. 9 metingen met
elkaar te kunnen vergelijken.
•
Geheugenfunctie kan niet gebruikt worden bij :
• Verlichtingssterkte Mode (lux, fc)
• Lumenantie (cd/m
2
, fl)
• Alle meervoudige flitsmetingen (cord, draadloos, radio)
•
Vanaf de tiende meting wordt deze wel weergegeven, maar kan niet meer opgeslagen worden
opgeslagen metingen (f-stop)
43
instellingen
gemeten
waarde
(f-stop)
.