Instelling
Bestandstype
Alle gegevens, behalve
RAW- of TIFF-gegevens,
worden gecomprimeerd om
de opslagcapaciteit
(hoeveelheid geheugen) te
vergroten of de
overdrachtstijden te
verkorten.
Deze instelling blijft bewaard
in de modi Automatisch,
Scène, P, A, S, en M en
onafhankelijk in C1, C2 en C3
tot u deze wijzigt.
www.kodak.com/go/support
Picto-
Opties die in Liveview worden weergegeven
gram
Fijn – JPEG, minder compressie, hogere kwaliteit.
Standaard (standaard) – JPEG,
standaardcompressie.
Basis – JPEG, meer compressie, laagste kwaliteit.
RAW – Onverwerkte beeldgegevens in de
oorspronkelijke staat waarop witbalans, scherpte,
contrast, enz. niet zijn toegepast. Zie
het maken van een afdrukbaar bestand.
TIFF – Ongecomprimeerde bestandsindeling voor het
opslaan van beelden met veel details. Ideaal voor
softwareprogramma's voor scanners en grafische
toepassingen.
OPMERKING: RAW en TIFF zijn niet beschikbaar als
Meer camerafuncties
bestandstype in de modi Automatisch en Scène.
Als u in de PASM-modi het bestandstype instelt
op RAW of TIFF, en vervolgens overschakelt naar
de modus Automatisch of Scène, dan wordt de
standaardinstelling van het bestandstype
hersteld.
pagina 66
voor
52
NL