|
Training met TIJDSINTERVALLEN
Het scherm TIJDSINTERVALLEN wordt hieronder weergegeven:
START/ENTER
START/ENTER
Button
Button
Pressed
Pressed
Een interval bestaat uit een segment met hoge intensiteit en een segment met lage intensiteit. Het segment
met hoge intensiteit wordt bepaald door de WORK TIME (werktijd). Het segment met lage intensiteit
wordt bepaald door de REST TIME (rusttijd). Op de schermen TIJDSINTERVALLEN kan de gebruiker de
duur van de werk- en rustsegmenten en het totale aantal gewenste intervallen voor de betreffende training
bepalen. De gebruiker kan een duur van 10 seconden tot 99 minuten invoeren voor het werksegment en
het rustsegment. De standaardwaarde voor het werksegment is 5:00 minuten. De standaardwaarde voor
het rustsegment is 1:00 minuut. De gebruiker kan tussen 1 en 99 intervallen invoeren. De standaardwaarde
voor het aantal intervallen is 8.
Bij het invoeren van de instellingen voor dit programma zal het scherm WORK TIME (werktijd) als eerste
worden weergegeven. De gebruiker kan de waarde naar boven of beneden bijstellen met respectievelijk de
knoppen PLUS en MINUS. Telkens wanneer u op de knop PLUS of MINUS drukt, verandert de momenteel
weergegeven waarde met 10 seconden. De knop PLUS wordt gebruikt om de duur te verlengen en de knop
MINUS wordt gebruikt om de duur te verkorten.
Nadat de duur van de WORK TIME (werktijd) is ingesteld op de gewenste waarde voor de betreffende
training, moet de gebruiker drukken op de knop START/ENTER. Na het indrukken van de knop START/
ENTER schakelt het scherm over naar het scherm REST TIME (rusttijd).
De gebruiker kan de waarde naar boven of beneden bijstellen met respectievelijk de knoppen PLUS en
MINUS. Telkens wanneer u op de knop PLUS of MINUS drukt, verandert de momenteel weergegeven
waarde met 10 seconden. De knop PLUS wordt gebruikt om de duur te verlengen en de knop MINUS
wordt gebruikt om de duur te verkorten.
Nadat de duur van de REST TIME (rusttijd) is ingesteld op de gewenste waarde voor de betreffende
training, moet de gebruiker drukken op de knop START/ENTER. Door op de knop START/ENTER te
drukken, schakelt het scherm over naar het scherm NUMBER OF INTERVALS (aantal intervallen).
De gebruiker kan de waarde naar boven of beneden bijstellen met respectievelijk de knoppen PLUS en
MINUS. Telkens wanneer u op de knop PLUS of MINUS drukt, verandert de momenteel weergegeven
waarde met 1. De knop PLUS wordt gebruikt om het aantal intervallen te verhogen en de knop MINUS
wordt gebruikt om het aantal intervallen te verlagen.
NEDERLANDS 11