6.3 Waarschuwingen voor de
installatie
Neem de volgende aanwijzingen in
acht voordat u het apparaat voor het
eerst gebruikt:
• De bedrijfsspanning van het appa-
raat is 220-240 V bij 50Hz.
• Na de installatie moet de stekker
toegankelijk blijven.
• Het apparaat kan een geur afgeven
wanneer het voor de eerste keer
wordt gebruikt. Dit is normaal en de
geur verdwijnt zodra het apparaat
begint af te koelen.
• Controleer voordat u het apparaat
aansluit of de informatie op het
typeplaatje met technische gegevens
(spanning en aangesloten belasting)
compatibel is met de netvoeding.
Raadpleeg bij twijfel een gekwalifi-
ceerde elektricien.
• Steek de stekker in een stopcontact
met een efficiënte aardaansluiting.
Als het stopcontact geen aarding
heeft of als de stekker niet van het
juiste type is, vraag dan een gekwa-
lificeerde elektricien om hulp.
• Het apparaat moet worden aange-
sloten op een stopcontact met een
correct geïnstalleerde zekering.
De stroomtoevoer (AC) en de
spanning op de plek van plaatsing
moeten overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje van het
apparaat (het typeplaatje bevindt
zich links aan de binnenkant van het
apparaat).
• Er wordt geen aansprakelijkheid
aanvaard voor schade veroorzaakt
door gebruik zonder aarding.
• Het apparaat mag niet worden
blootgesteld aan direct zonlicht.
120
Installatie
• Het apparaat mag nooit buitenshuis
worden gebruikt of worden blootge-
steld aan regen.
• Het apparaat moet op een afstand
van minimaal 50 cm van fornuizen,
gasovens, warmtebronnen en
minimaal 5 cm van elektrische ovens
worden geplaatst.
• Als het apparaat naast een diepvries
wordt geïnstalleerd, laat dan een
afstand van ten minste 2 cm tussen
de twee apparaten om de vorming
van vochtigheid op het externe
oppervlak te voorkomen.
• Plaats geen zware voorwerpen op
het apparaat.
• Reinig het apparaat grondig voor
gebruik (zie Reiniging en onder-
houd).
• In het onderste gedeelte van de ach-
terkant van het apparaat bevinden
zich afstandhouders die de minimale
afstand tot de achterwand bepalen.
• De afstand tussen het apparaat en
de achterwand mag maximaal 75
mm zijn.