De scherpstelling aanpassen
3
Selecteer een optie.
Pictogram Beschrijving
Autofocus (normaal): Scherpstellen op een
onderwerp dat verder weg is dan 80 cm (350 cm
wanneer u de zoomfunctie gebruikt).
Handm. scherpstellen: Scherpstellen op een
onderwerp door de scherpstelafstand handmatig
aan te passen.
Macro: Stel scherp op een onderwerp dat 10-80 cm
van de camera is verwijderd (150-350 cm tijdens
het zoomen).
Auto macro:
•
Automatisch scherpstellen op een onderwerp
verder weg dan 10 cm (verder weg dan 150 cm
wanneer u de zoomfunctie gebruikt).
•
De optie wordt automatisch ingesteld in bepaalde
opnamemodi.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare
opties verschillen.
De scherpstelafstand handmatig aanpassen
1
Druk in de opnamemodus op [
2
Selecteer
3
Selecteer Handm. scherpstellen.
4
Druk op [
5
Draai de navigatieknop of druk op [
scherpstelafstand aan te passen.
Focus : Handm. scherpstellen
Terug
6
Druk op [
•
Als u de scherpstelafstand handmatig aanpast en het onderwerp zich
buiten het scherpstelgebied bevindt, kan de foto onscherp worden.
•
Als u deze functie gebruikt, kunt u de opties voor het
scherpstelgebied en gezichtsdetectie niet instellen.
79
Opnameopties
].
→ Focus.
].
/ ] om de
Instellen
] om uw instellingen op te slaan.