Installeren
Wandmontagepakketten
1. Controleer of de wand stevig genoeg is om het
gewicht van pomp, console, slangen en toebehoren
te kunnen dragen en ook de mechanische belasting
aankan die door het draaien van de pomp ontstaat.
2. Plaats de wandbeugel op een geschikte hoogte.
Rek de aanzuigslang niet uit; laat hem hangen
zodat de vloeistof vrij in de pomp kan lopen. Ten
behoeve van het gebruiksgemak en het onderhoud
moet u ervoor zorgen dat de pompluchtinlaat, de
vloeistofinlaat en de vloeistofluitlaatpoorten
gemakkelijk toegankelijk zijn.
3. Gebruik de wandbeugel als een sjabloon om de
montagegaten in de muur te boren. De diameter
van de gaten en de afmetingen voor de
wandmontage worden afgebeeld op pagina 40.
4. Schroef de pompbeugel vast aan de muur. Gebruik
schroeven die lang genoeg te zijn om de pomp bij
gebruik trillingvrij te houden.
OPMERKING: zorg dat de beugel waterpas is.
Aarding
De apparatuur moet worden geaard. Aarding
verlaagt de kans op statische en elektrische
schokken omdat het een ontsnappingsdraad biedt
voor de elektrische stroom die ontstaat als gevolg
van opbouw van statische elektriciteit en bij
eventuele kortsluiting.
1. Pomp: zie F
. 1. Controleer of de aardingsdraad
IG
(26) aan de aardingsschroef (23) is bevestigd en
of de schroef stevig tegen de adapterplaat (10) zit.
Gebruik een van de drie gaten met schroefdraad
in de adapterplaat. Sluit het andere uiteinde van
de aarddraad aan op een echt aardingspunt.
10
26
F
. 1. Aardingsdraad
IG
8
23
ti16282a
2. Lucht- en vloeistofslangen: statische elektriciteit
kan opgebouwd worden wanneer vloeistoffen door
pompen, slangen en sproeiers stromen. Ten minste
één slang moet elektrisch geleidend zijn, met een
maximale gecombineerde slanglengte van 150 meter,
om een goede doorlopende aarding te verkrijgen.
Controleer de elektrische weerstand van de
slangen. Als de totale aardweerstand hoger is dan
25 megaohm, moet de slang onmiddellijk worden
vervangen.
3. Luchtcompressor: lees de aanwijzingen van de
fabrikant van het materiaal.
4. Spuitpistool: aard door aansluiting op een goed
geaarde vloeistofslang en pomp.
5. De vloeistofhouder: volg de plaatselijk geldende
voorschriften.
6. Te spuiten object: volg de plaatselijk geldende
voorschriften.
7. Emmers met oplosmiddel die worden gebruikt
bij het spoelen: volg de plaatselijk geldende
voorschriften. Gebruik alleen metalen emmers die
geleidend zijn en op een geaard oppervlak staan.
De emmer niet op een niet-geleidende ondergrond
plaatsen, zoals papier of karton, aangezien dan de
continuïteit van de aarding wordt onderbroken.
8. Om de goede continuïteit van de aarding te
handhaven bij het spoelen of wanneer de druk
wordt ontlast, moet u een metalen gedeelte van het
spuitpistool stevig tegen de zijkant van een geaarde
metalen emmer houden en dan pas de trekker van
het pistool indrukken.
De apparatuur doorspoelen voor
het eerste gebruik
De apparatuur is getest met lichte olie, die in de
vloeistofdoorgangen is gebleven om de onderdelen
te beschermen. Om te voorkomen dat uw vloeistof met
olie wordt vervuild, moet de apparatuur voor het eerste
gebruik worden gespoeld met een geschikt oplosmiddel.
Zie De pomp vullen, pagina 10.
3A1507P