Beveiligde afdrukken, testafdrukken en opgeslagen afdruktaken naar de printer
sturen
Gebruik een ondersteund stuurprogramma om een afdruktaak aan te duiden als een beveiligde
afdruktaak, een testafdruktaak of een opgeslagen afdruktaak:
Windows 98, Windows Me, Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003,
■
Windows NT-PostScript-stuurprogramma:
Kies het taaktype op het tabblad Uitvoeropties onder Walk-Up-functies. Voer voor een
beveiligde afdruktaak een wachtwoord van 4 cijfers in dat u aan deze taak wilt toewijzen.
Voer voor testafdrukken en opgeslagen afdruktaken de naam in die u aan deze taak wilt
geven.
■
Mac OS 9-stuurprogramma:
Klik in het dialoogvenster Print op Algemeen, selecteer Taaktype in de vervolgkeuzelijst
en selecteer vervolgens het type taak. Voer voor een beveiligde afdruktaak een
wachtwoord van 4 cijfers in dat u aan deze taak wilt toewijzen. Voer voor testafdrukken
en opgeslagen afdruktaken in het veld Taaknaam de naam in die u aan deze taak wilt
geven.
■
Mac OS X (versie 10.1 en hoger)-stuurprogramma:
Selecteer in het dialoogvenster Afdrukken de optie Taaktypes in de vervolgkeuzelijst en
selecteer Beveiligde afdruk, Testafdruk of Opgeslagen afdruk in de vervolgkeuzelijst
Taaktype. Voer voor een beveiligde afdruktaak een documentnaam in van maximaal 20
tekens in het veld Documentnaam. Voer in het veld Taakwachtwoord een getal in van
vier cijfers in het bereik van 0000 tot 9999.
Beveiligde afdruktaken afdrukken of verwijderen
Als u een beveiligde taak wilt afdrukken, moet u op het voorpaneel van de printer een
wachtwoord van 4 cijfers invoeren. Ga als volgt te werk:
1.
Walk-Up Printing
Selecteer
2.
Selecteer
Beveiligde afdruktaken
3.
Blader naar uw gebruikersnaam en druk op de knop OK.
4.
Blader naar het eerste cijfer van het numerieke wachtwoord en druk op de knop OK om
het desbetreffende cijfer te accepteren.
5.
Herhaal stap 4 voor het tweede, derde en vierde cijfer.
Opmerking
Als u in het veld Wachtwoord van het stuurprogramma minder dan vier cijfers hebt
ingevoerd, voert u nullen in op het voorpaneel om het wachtwoord aan te vullen tot
vier cijfers. Als u bijvoorbeeld 222 in het stuurprogramma hebt ingevoerd, voert u
0222
in op het voorpaneel. Gebruik de knop Terug om naar een vorig cijfer terug te
keren.
6.
Als er meer dan één beveiligde afdruktaak met een wachtwoord is ingevoerd, selecteert u
de gewenste taak of selecteert u
en druk op de knop OK.
en druk op de knop OK.
Allemaal
en drukt u op de knop OK.
Phaser® 7750-kleurenlaserprinter
2-90
Geavanceerde opties