Toegangscodes
Als u wilt instellen hoe de toegangscodes
en beveiligingsinstellingen in de telefoon
worden gebruikt, selecteert u
Instellingen
Beveiliging
>
Toegangscodes.
Met de beveiligingscode wordt de
•
telefoon beveiligd tegen
ongeoorloofd gebruik. De vooraf
ingestelde code is 12345. U kunt deze
code wijzigen en de telefoon zo
instellen dat de code wordt
opgevraagd. Voor sommige
bewerkingen is de beveiligingscode
nodig ongeacht de instellingen,
bijvoorbeeld als u de
fabrieksinstellingen wilt terugzetten.
Houd de code geheim en bewaar deze
op een veilige plaats (niet bij de
telefoon). Als u de code bent vergeten
en de telefoon is vergrendeld, is extra
service nodig waarvoor kosten in
rekening kunnen worden gebracht.
Neem voor meer informatie contact
op met een Nokia Care-centrum of de
leverancier van de telefoon.
Met de PIN- of UPIN-code die bij de
•
SIM- of USIM-kaart wordt geleverd,
wordt de kaart beveiligd tegen
ongeoorloofd gebruik.
De PIN2-code (UPIN2), die bij
•
sommige SIM-kaarten (USIM) wordt
geleverd, is vereist voor het gebruik
van bepaalde diensten.
PUK (UPUK)- en PUK2 (UPUK2)-codes
•
worden bij de SIM (USIM)-kaart
geleverd. Als u drie keer achter elkaar
de verkeerde PIN-code hebt
ingevoerd, wordt u om de PUK-code
gevraagd. Neem contact op met uw
serviceprovider als de codes niet
beschikbaar zijn.
Het blokkeerwachtwoord is vereist als
•
u Oproepen blokkeren gebruikt om
•
Menu
>
>
De telefoon in- en uitschakelen
Als u de telefoon wilt in- of uitschakelen,
drukt u op de aan-/uittoets en houdt u
deze even ingedrukt.
Als de PIN-code wordt gevraagd, voert u
de code (weergegeven als ****) in.
Als wordt gevraagd om een datum en tijd,
voert u de plaatselijke tijd in, selecteert u
de tijdzone van uw regio (het verschil met
de Greenwich Mean Time of GMT), en voert
u de datum in.
tijd', p. 35.
Als u de telefoon voor het eerst inschakelt,
wordt mogelijk gevraagd of u de
configuratie-instellingen van uw
serviceprovider wilt opvragen
(netwerkdienst). Zie voor meer informatie
Verb. mt
p. 18, en
instelling', p. 40.
Stand-by modus
Wanneer de telefoon gebruiksklaar is en
u geen tekens hebt ingevoerd, staat de
telefoon in de stand-by modus.
Maak het uw eigen telefoon
oproepen van en naar de telefoon te
beperken (netwerkdienst).
Als u de instellingen voor de
beveiligingsmodule van de
webbrowser wilt weergeven of
wijzigen, selecteert u
Instellingen
Beveiliging
>
beveil.module.
Zie 'Datum en
onderst.. Zie 'Configuratie',
'Dienst voor configuratie-
9
Menu
>
Inst.
>