Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Externe waterontharder
Is de afwasautomaat op een externe
waterontharder aangesloten die met
zout wordt geregenereerd, moet u voor
een optimaal reinigingsresultaat toch
de waterhardheid instellen.
Stel de waterontharder van de afwas-
automaat af op de waterhardheid die
uw externe waterontharder levert.
Weet u niet wat de waterhardheid van
uw externe waterontharder is, stel dan
een waterhardheid in van 8 °dH
(1,4 mmol/l) in.
^ Schakel de afwasautomaat met de
o - toets uit.
^ Druk op de programmatoets, blijf
erop drukken en schakel tegelijk de
afwasautomaat met de g - toets in.
Blijf daarbij minstens 4 seconden op
de programmatoets drukken totdat
het controlelampje van het program-
ma rechts onder gaat branden.
Is dat niet het geval, begin dan van vo-
ren af aan.
^ Druk 2x op de tabtoets.
Het controlelampje "3 in 1" knippert 2x
kort achter elkaar.
De ingestelde waterhardheid is te zien
aan de cijfers die achter de "p" in de
tijdsaanduiding aan het knipperen zijn.
^ Kies met de programmatoets de
waarde die hoort bij de juiste water-
hardheid.
14
Bij iedere druk op de toets krijgt u een
hogere waterhardheid.
Na de hoogste waterhardheid begint
het tellen weer van voren af aan.
^ Schakel de afwasautomaat met de
o - toets uit.
Is de afwasautomaat niet meer op
een externe waterontharder aange-
sloten, kies dan waterhardheid P0.