Eisen aan de geheugenkaart
›
In de geheugenkaartopening kunnen geheugenkaarten met de afmetingen
32 mm x 24 mm x 2,1 mm of 1,4 mm worden geschoven.
›
SD (Secure Digital Memory Cards) en MMC (Multimedia Cards) geheugenkaarten
met een capaciteit van max. 4 GB.
›
SDHC (Secure Digital High-Capacity Memory Cards) geheugenkaarten met een
capaciteit van max. 32 GB.
›
Het is mogelijk dat enkele bestanden op de geheugenkaarten niet kunnen wor-
den weergegeven of de weergave ervan beperkt is. Door de verschillende kwa-
liteitseisen van de fabrikanten van de kaarten is het niet mogelijk de weergave
van geheugenkaarten onder alle omstandigheden te garanderen.
Let op
Alleen mp3-bestanden en onbeveiligde wma-bestanden kunnen van de sd-
■
kaart worden gelezen. Andere bestanden worden genegeerd.
Op de harde schijf van het apparaat kunnen ook afspeelbare mp3- en wma-be-
■
standen worden opgeslagen
» pagina
Externe bronnen
Aux- en MDI-ingang
Aux-ingang
Op de toets
drukken.
→
MEDIA
AUX
Externe audiobronnen die op de Aux-bus zijn aangesloten, kunnen niet via het
radio-navigatiesysteem worden bediend. Via het radio-navigatiesysteem kan al-
leen het volume worden geregeld.
Voor de Aux-bus wordt een standaard 3,5-mm-jackplugstekker gebruikt. Indien
de externe audiobron niet voorzien is van deze jackplugstekker moet een adapter
worden gebruikt.
MDI-ingang - Multimediabus
Op de toets
→
drukken.
MEDIA
MDI
Audiobestanden van de op de multimediabus aangesloten, externe informatie-
dragers in mp3-, wma-, ogg-vorbis- en aac-formaat kunnen via het radio-naviga-
tiesysteem worden afgespeeld.
20, Harde schijf (HDD).
Externe audiobronnen die op de MDI-bus zijn aangesloten, kunnen via het radio-
navigatiesysteem worden bediend.
Op ieder gewenst moment kan op de radio een andere audiobron worden gese-
lecteerd. Zolang de externe audiobron niet wordt uitgeschakeld, blijft deze altijd
op de achtergrond actief.
De bediening van de externe audiobron staat beschreven in de handleiding van
de betreffende fabrikant.
Voor het aansluiten van externe audiobronnen via de MDI-ingang is een speciale
adapter nodig.
iPod
Als een iPod op de MDI-ingang wordt aangesloten, wordt een menu geopend
waarin afzonderlijke mappen van de iPod (afspeellijsten, artiesten, albums, num-
mers, enzovoort) kunnen worden gekozen.
Weergavevolume van de externe audiobron aanpassen
Het weergavevolume van de externe audiobron kan met de volumeregelaar van
het radio-navigatiesysteem worden gewijzigd
Ð
Afhankelijk van de aangesloten audiobron kan het uitgangsvolume van de exter-
ne audiobron worden gewijzigd.
U kunt bovendien de ingangsgevoeligheid van de externe audiobron wijzigen om
zo het weergavevolume van de externe audiobron aan de andere audiobronnen
aan te passen of vervormingen te voorkomen
Voorwaarden voor het correct aansluiten
›
Er kunnen alleen apparaten met USB 2.0 specificatie worden aangesloten.
›
De versie van het FAT bestand (File Allocation Table) van de aangesloten appa-
raten moet gelijk zijn aan FAT16 (< 2 Gb) of FAT32 (> 2 Gb).
›
Bij de weergave van een apparaat met een harde schijf (HDD) waarop zich een
zeer grote hoeveelheid data bevindt, kan een tijdsvertraging optreden bij het
inlezen van het overzicht van de muziekbestanden.
›
Bij de weergave van een apparaat waarop zich een gecompliceerde mapstruc-
tuur bevindt, kan een tijdsvertraging optreden bij het inlezen van de audiobe-
standen.
›
De mapstructuur op het aangesloten apparaat mag niet meer dan 8 niveaus be-
vatten. Een map mag niet meer dan 1.000 bestanden bevatten.
›
Voor het aansluiten van het apparaat mag geen USB-verlengkabel of USB-hub
worden gebruikt.
.
1
» pagina
10, Instellingen Media.
19
MEDIA-functie