Inhoudsopgave
Advertenties
Is er koffie- of instantpoeder in de hele automaat verdeeld?
▪
Zijn de flappen in de molenbuis aanwezig en in orde?
▪
Is de koffietrechter correct ingehangen?
▪
Is de koffietrechter verstopt? Zie ook „De koffietrechter is met koffiepoeder verstopt?".
Verschijnt in de weergave de brewerpositiefout?
▪
De koffiedikbak is te vol of de gewenste hoeveelheid is te hoog ingesteld.
▪
Maak de looprails schoon:
▪
Schakel de automaat uit en dan weer in, waardoor de brewer standaard een referentiebeweging uitvoert.
▪
Controleer de instelling van de hoeveelheid koffiepoeder van het product.
▪
Voer een kalibratie van de molen uit.
Is het melkschuim te koud?
▪
Controleer de stoomdruk (standaard 1,2 bar).
▪
Controleer het toerental van de melkpomp in het product. Het toerental van de melkpomp zo instellen dat de
melk bij een stoomdruk van 1,2 bar een uitlooptemperatuur van 63-68 °C heeft.
Belangrijk! Gebruik alleen voorgekoelde melk!
▪
De gebruikte voorgekoelde melk dient altijd dezelfde temperatuur te hebben.
Schuimt de melk nauwelijks of helemaal niet?
▪
Controleer of de luchtslang in het slangklemventiel vastplakt. Rusttoestand gesloten - de slang is
samengedrukt. Neem de luchtslang eruit, kneed hem en steek hem weer op zijn plaats.
▪
Reinig de melkopschuimer of monteer een gereinigde melkopschuimer.
▪
Als de bijgevulde melk te warm is, wordt hij tijdens het opschuimproces te heet
(meer dan 70 °C).
▪
Controleer het toerental van de melkpomp in het product. Het toerental van de melkpomp
zo instellen dat de melk bij een stoomdruk van 1,2 bar een uitlooptemperatuur van 63-68 °C
heeft.
Belangrijk! Gebruik alleen
▪
Controleer de vaste smoorkleppen op een vrije doorloop.
Komt er geen melk?
▪
Controleer of de aanzuigslang naar het melkreservoir geknikt of verstopt is.
▪
Controleer de ingevoerde hoeveelheid melk in het verkort servicemenu.
▪
Bij het hervullen of bijvullen van de melk moet u de hoeveelheid melk invoeren en demelk laten aanzuigen.
Zie verkort servicemenu.
▪
Hoort u de slangpomp werken (knedend geluid)?
▪
Kijk in de slangpomp na of de slang defect is. De slang is een aan slijtage onderhevig onderdeel. Controleer
ook of de rotor van de slangpomp eventueel stuk is.
Welke parameters moeten er in verband met melk worden ingesteld?
▪
De melk moet tussen 4 en 8 °C voorgekoeld zijn.
▪
De stoomdruk dient op 1,2 bar te zijn ingesteld. Zie rechtermanometer achter de koffiedikbak.
▪
Het toerental van de melkpomp zo instellen dat de melk bij een stoomdruk van 1,2 bar een uitlooptemperatuur
van 63-68 °C heeft.
servicefunctie 58M - de brewer gaat open.
servicefunctie 57M - de brewer gaat dicht.
voorgekoelde
melk!
Vaste smoorklep
Advertenties
Inhoudsopgave
