Onderhoud
De procedure voor het controleren van de
accu varieert naar gelang van de accu. Deze
procedure bevat typische controles die van
toepassing zijn op veel verschillende accu's,
maar u moet altijd de instructies van de ac-
cufabrikant naleven.
DCM01920
OPGELET
Een slecht onderhouden accu raakt snel
defect.
1.
Controleer het elektrolytpeil.
2.
Controleer de lading van de accu. Als
uw boot is uitgerust met een digitale
snelheidsmeter helpen de voltmeter en
de waarschuwingsfuncties voor een te
lage accuspanning u bij het controleren
van de acculading. Raadpleeg uw
Yamaha-dealer als de accu moet wor-
den opgeladen.
3.
Controleer de accu-aansluitingen. Ze
moeten zuiver zijn, stevig vastzitten en
bedekt
zijn
WAARSCHUWING! Slechte verbin-
dingen kunnen kortsluiting of von-
kontlading
explosie veroorzaken.
DMU29334
Aansluiten van de accu
DWM00572
WAARSCHUWING
Monteer de accuhouder op een droge,
75
met
een
isolatiekap.
produceren
en
[DWM01912]
goed geventileerde, trillingsvrije plek in
de boot. Plaats een volledig opgeladen
accu in de houder.
DCM01124
OPGELET
Verwissel de batterijkabels niet. Anders
zouden de elektrische onderdelen kun-
nen worden beschadigd.
1.
Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar (bij
de modellen waarop dat van toepassing
is) op "
accu te werken.
2.
Verbind de rode accukabel eerst met de
POSITIEVE (+) pool. Verbind vervol-
gens de zwarte accukabel met de NE-
GATIEVE (-) pool.
3
1. Rode kabel
2. Zwarte kabel
3. Accu
3.
De elektrische contacten van de accu en
de kabels moeten zuiver en juist aange-
koppeld zijn, anders kan de accu de mo-
tor niet starten.
een
DMU29371
Loskoppelen van de accu
1.
Schakel de accuschakelaar (indien aan-
wezig) en de hoofdschakelaar uit.
OPGELET: Als ze er op worden gela-
ten, kan de elektrische installatie be-
schadigd raken.
" (uit) staat, alvorens aan de
[DCM01930]
1
2
ZMU01811