v Gebruik geheugenmodules van 256 MB, 512 MB, 1 GB of 2 GB in elke willekeu-
Opmerking: Er kunnen alléén DDR2 SDRAM DIMM's worden gebruikt.
U installeert een geheugenmodule als volgt:
1. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap verwijderen" op pagina 9.
2. Mogelijk moet u eerst het stationscompartiment verwijderen om bij de
3. Verwijder onderdelen die toegang tot de geheugenaansluitingen zouden kun-
4. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie Figuur 4 op pagina 7.
5. Open de klemmetjes.
Figuur 9. Klemmetjes
6. Houd de geheugenmodule boven de geheugenaansluiting. Zorg ervoor dat uit-
Figuur 10. De geheugenmodule op zijn plaats zetten
12
Gids voor het installeren en vervangen van hardware
rige combinatie, tot een maximum van 4,0 GB.
geheugenaansluitingen te kunnen komen. Zie "Toegang tot systeemplaat-
componenten en stations" op pagina 10.
nen verhinderen.
sparing 1 van de geheugenmodule lijnt met de punt 2 op de systeemplaat.
Duw de geheugenmodule voorzichtig naar beneden tot de klemmetjes vast-
klikken.