9. Bevochtigingstype
Toont het type van de ingestelde
bevochtiging. Door op het pictogram
te drukken, kan het gekozen
bevochtigingstype veranderd
worden.
11. Pauze na bevochtiging
Toont de ingestelde pauze van het
apparaat. Om de parameter te
wijzigen, moet op deze parameter
geduwd worden. Er verschijnt een
toetsenbord, waarmee u de
gewenste waarde kunt invoeren.
NL
Bevestig door op het
bevestigingspictogram te drukken.
13. AirFresh-functiepictogram
De luchtverversing in de thermische
behandelingskamer kan geactiveerd
worden. Deze kan op ON of OFF
gezet worden.
15. Onlangs bewerkte fasen
verwijderen
De laatste actieve fase in het
programma kan gewist worden door
het pictogram "Laatst bewerkte fase
wissen" te kiezen. De actie moet
bevestigd worden door op het
bevestigingspictogram te drukken in
het pop-up menu dat op het display
verschijnt.
58 / 86
10. Stoomintensiteit
Toont de ingestelde
stoomintensiteit. Om de parameter
te wijzigen, moet op deze parameter
geduwd worden. Er verschijnt een
toetsenbord. Gebruik het
toetsenbord om de gewenste
waarde in te voeren en bevestig
door te drukken op het
bevestigingsipictogram .
De stoomintensiteit kan ingesteld
worden van 1 tot max. 20
stoomintervallen.
12. Instellen van de dampafzuigklep
Er kan slechts één van de twee
verschillende klepstanden
geprogrammeerd worden
(ON/OPEN of OFF/CLOSE).
14. Terug-knop
Pictogram gebruikt om terug te
keren naar het menu "Programma
bewerken".
16. Een nieuwe bakfase toevoegen
Een nieuwe fase aan het
programma toevoegen doet u door
op het pictogram "Nieuwe fase
toevoegen" te drukken. Bevestig de
actie door op het
bevestigingspictogram te drukken in
het pop-up menu dat op het display
verschijnt.
Gebruiksinstructie
117900