Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montagevoorbereidingen; Montage Aan De Wand - ACV Helio Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.1 MONTAGE VOORBEREIDINGEN
Voor het monteren van het zonnecirculatie station moet de
positie van de aan- en afvoerleiding (as afstand 125 mm) naar
het zonnecirculatie station afgemeten zijn!
Lees hiervoorde technische documentatie "zonnehandleiding".
Bij zonnesystemen met verwarmingsondersteuning of met
buizen collectoren aub de technische documentatie "temperatuur
beveiliging" lezen.
Deze werktuigen gebruikt men bij het monteren van het
zonnecirculatie station: boormachine, steenboor, buizentang,
steeksleutel enz. (beeld 5)

3.2 MONTAGE AAN DE WAND

Wandhouder (1) z. beeld 4 op het voorziene vlak met een
waterpas aftekenen, de 3 boorgaten aanduiden en metde
bijgeleverde pluggen en schroeven bevestigen.
De beide armatuurbuizen (2 + 6) in de voorziene uitsparingen
van de wandhouder schuiven en met beide vederklemmen (3)
onder aan de metalen houder bevestigen.
Debeide half geïsoleerde ruggen (4) met de uitsparingen op de
wandhouder dicht samen drukken.
De veiligheidsarmaturen (5) met bijliggende ¾"-dichting
aan het vertrek van het teruglooparmatuur (6) met een
steeksleutel SW 30 aansluiten. Bij het vastdraaien de
klemschroeven tegen houden, omdat anders dichtingen
lossen of onderdelen beschadigd kunnen worden.
De wandhouder (7) voor het expansievat (8) rechts naast het
veiligheidsarmatuur met de bij geleverde pluggen en schroeven
bevestigen. Houd rekening met lengte van de ¾" geribbelde
buis (9). 35 l en 50 l expansievaten worden met een speciale
wandhouder bevestigd.
De geribbelde buis met het zonnecirculatie station verbinden,
de ¾" dichting niet vergeten. Tussen de geribbelde buis en het
expansievat is het aan te raden bijkomend afneemventielen te
plaatsen.
Uitblaasleiding (10) aan het veiligheidsventiel monteren en
het lege DC20 vat er onder plaatsen om bij een eventuele
overdruk de zonnevloeistof op te vangen.
De aansluiting aan de zonnecirculatie (buisafstand z beeld
3) wordt met klemring schroeven van 18 of 22mm (beeld 6)
met het zonnecirculatie station verbonden (11).
Eerst de buizen recht afsnijden en braamvrij tot aan de
aanslag in de schroefkoppeling schuiven en met een
steeksleutel (SW32) vastschroeven. Bij de 18 mm klemring
knakt het bij het vastdraaien dit is een teken dat het juist
werkt. Daarna verder vastschroeven. De 18 mm klemring
reductie niet vast solderen. Ook hierbij het vastdraaien de
klemring schroeven tegenhouden, omdat anders de dichtingen
lossen of onderdelen kunnen beschadigd worden.
Het zonnecirculatie station bvb. zonnecirculatie leidingen
spoelen en op lekken controleren (schroefkoppelingen nakijken).
Hiervoor zijn aan de veiligheidsgroep en op de doorstroommeter
kranen geplaatst.
Beeld 5 Gereedschap voor montage
Elektrische-, schakel- en voelerleidingen plaatsen (12) de
kabels met kabelbinders aan de voorbereide plaatsen (inkeping,
rechthoekige gaten) vastmaken, zodat er geen kracht aan de
kabelklemmen van de regeling kunnen optreden en de kabel
niet in contact kan komenmet de warme buisarmaturen. De
doorvoeren in de isolatieschaal kunnen eventueel indien nodig
met een scherp
mes worden vergroot.
Bij uit te voeren werken aan het elektrisch apparaat de eidingen
van het net uitschakelen.
De afdichting (13) bij het zonnecirculatie station verwijderen
om de zonneregeling te plaatsen.
zonneregeling (14) openen en met de 4
bijgeleverde schroeven (15) aan de wandhouder bevestigen.
In de handleiding van de regeling vindt U de uitvoerige
omschrijving voor het monteren en de bekabeling.
De voorste isolatiekap (16) op zetten
Klemring schroefkoppelingen
voor 22 mm
Beeld 6 Klemring schroefkoppelingen 18 en 22 mm
excellence in hot water
Breek-
plaats
Klemring schroefkoppelingen
voor 1 8 mm
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave