MONTAGE
AUB houd rekening bij het monteren met de volgende
voorschriften:
1. Voorschriften om ongevallen te vermijden en de regels
van de techniek naleven!
De belangrijkste punten uit de omschrijving het voorkomen
van ongevallen vindt men op het bijgeleverde blad "veiligheids-
voorschriften bij het monteren van een collector" alsook voor de
regels van de techniek en de belangrijkste DIN-voorschriften.
Het uitvoeren van de veiligheidsvoorschriften voor werken op een
hellend dak is ook van toepassing op platte daken wanneer er
gewerkt wordt in de nabijheid van dakranden, een veiligheids-
gordel gebruiken! (Beeld 8)
2. Collectoren juist bewaren
Bewaar de collectoren wegens de verluchtingsgaten niet verticaal
of horizontaal in de buitenlucht.
3. Collectoraansluitingen bij het vastschroeven bescher-
men!
Wanneer de collectoren met schroefkoppelingen worden aang-
esloten, moet bij het vastdraaien door een buizentang of een
steeksleutel tegen gehouden worden om de collectoraansluiting
tegen schade te beschermen.
4. Schade door bevriezing vermijden!
Na het afdrukken en spoelen kan er water in de collector blijven
staan.Het zonnesysteem moet dan zo vlug mogelijk met de
zonnevloeistof gevuld worden. Het vloeistof concentraat met een
vorstbescherming tester controleren omdat er rest water in de
collector blijft zitten. In geen geval mag er bij vorstgevaar zuiver
water in de collector blijven staan!
Beeld 9 Gereedschap voor de montage: meter, boormachine, 8,5mm
metaalboor of 12mmsteenboor, 16 ,19, 24 steeksleutel en 2 buistangen.
Beeld 8 Wanneer er gewerkt wordt in de nabijheid van de rand op een
platdak, veiligheidsgordel gebruiken!
5. Vrijopstelling met verticale collector montage
Bij een verticale schikking de HelioPlan N-collectoren, zoals bij
de horizontale met het driehoekstel verbinden. Bijkomend voor
de bovenste verstevigingen tussen de collectoren moeten de
verbindingsplaten vastgeschroefd worden (Beeld 4). Op deze wi-
jze kan men met de collector verbindingsslangen tot 4 collectoren
in serie schakelen.
6. Op stormveiligheid letten!
In het randbereik van platte daken treden bij storm bijzonder hoge
windkrachten op. Houd hierbij rekening bij het opstellen van de
collectoren een randafstand van 1 tot 2m nodig is naar DIN-1055
T. Bij een breedte van het huis incl. dakoversteek tot 8mbedraagt
de breedte van de dakgoot of oversteek, over 8m= breedte van
het huis / 8 omschrijving zie technische informatie HelioPlan N
zonnecollector.
7.Wand montage speciaal pluggen gebruiken
Wanneer de collectoren aan de wand bevestigd worden, moet
men voor de wand pluggen gebruiken (mind. 6,2 KN).
Beeld 10 Kiezelplaten (aantal z. tabel 2). Voor een bodem verankering – oud bet-
onnen balken – plaatsen. Wanneer het hoekprofiel met het fundament verbonden
wordt pluggen gebruiken.
excellence in hot water
31