REIN IGIN G E N ONDE R H O U D
▲
▲
Reinig na elk gebruik de afgekoelde melkkan met deksel, de maatbekervergren-
deling en het roerwerkinzetstuk.
1. Trek de stekker uit het stopcontact voor u begint met reinigen.
2. Aangezien de kan en het roerwerkinzetstuk na gebruik erg heet zijn, moet u
beide eerst laten afkoelen.
3. Haal de afgekoelde kan met deksel en roerwerkinzetstuk van de motorbasis en
verwijder het deksel, de maatbekervergrendeling en het roerwerkinzetstuk.
4. Reinig de kan met deksel, de maatbekervergrendeling en het roerwerkinzetstuk
met warm water met een zacht afwasmiddel en een zachte spons of doek. Ver-
volgens spoelt en droogt u de onderdelen grondig. U kunt de kan, het deksel en
de maatbekervergrendeling ook in het bovenste vak van de vaatwasser reinigen.
Ook de roerwerkinzetstukken zijn geschikt voor vaatwassers, maar moeten om-
wille van hun grootte voor alle zekerheid in het bestekmandje worden geplaatst.
Aanwijzing: het met de hand schoonmaken van de roerwerkinzetstukken ver-
lengt de gebruiksduur.
5. Reinig ook de buitenkant van de kan met opening zorgvuldig zodat er geen
melkresten of andere resten in de opening achterblijven die het opschuimproces
van de melk negatief kunnen beïnvloeden.
16
6. Neem de verhittingskamer op de motorbasis en de motorbasis zelf met een licht
bevochtigde doek af om eventuele melkresten te verwijderen. Dompel de mo-
torbasis met stroomkabel en stekker nooit onder in water of een andere vloeistof
en houd ze nooit onder stromend water.
Verhittingskamer
Aanwijzing:
Vergewis u er altijd van dat er geen melkresten of andere resten op de sensors (a)
van de verhittingskamer zitten.
7. Bewaar het tweede roerwerkinzetstuk in de opbergplek aan de achterzijde van
de motorbasis. Plaats een roerwerkinzetstuk terug in de kan. Zo kunt u altijd
direct aan de slag. Bewaar het apparaat met roerwerkinzetstuken altijd buiten
het bereik van kinderen. De roerwerkinzetstukken kunnen worden ingeslikt –
verstikkingsgevaar!
Aanwijzingen:
– Gebruik nooit agressieve of schurende reinigings- of schoonmaakmiddelen, of
andere harde of krassende of scherpe voorwerpen om delen te reinigen. Zij kun-
nen immers de oppervlakken beschadigen of krassen.
– Dompel de motorbasis nooit onder in water of andere vloeistoffen en houd de
motorbasis uit de buurt van water en vloeistoffen.
– Wanneer u de kan en het deksel met maatbekervergrendeling in de vaatwasser
reinigt, moet u het bovenste vak van de vaatwasser te gebruiken.
a
a
a
17