PRO BL EM E N O PL OS S E N
▲
▲
Probleem
Mogelijke oorzaak Oplossing
De melk
•
De melk is te heet
schuimt niet
om op te schui-
op.
men.
De melk
wordt niet
warm.
20
20
•
Gebruik koude verse melk.
•
Schuim geen melk op die u eerder
heeft verwarmd en opgeschuimd.
•
Doe een beetje melk in de kan.
•
Controleer of de knoprand knippert
en niet constant brandt.
•
In welke mate u de melk kunt op-
schuimen hangt af van de melk. Pro-
beer andere melk of een andere soort
melk. Het kan ook liggen aan het
vetgehalte van de melk. Probeer welk
roerwerkinzetstuk beter is te combi-
neren. Het roerwerkinzetstuk met de
tanding schuimt de melk intensiever
op.
•
Wanneer u dikkere ingrediënten zoals
siroop, zware poeder of grote vlokken
aan de melk toevoegt, kan dit de
schuimhoeveelheid beperken.
•
Controleer of de kan correct op de
verhittingskamer van de motorbasis
zit.
•
Druk op de START/STOP-knop om het
opschuimproces te starten.
•
Verhoog de temperatuurinstelling
door de START/STOP-regelaar naar
rechts te draaien.
Probleem
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het roerwerk-
•
Het roerwerkin-
inzetstuk
zetstuk zit niet
beweegt niet
goed op de plaat-
of is verscho-
singspin.
ven.
•
Het roerwerkin-
zetstuk is tijdens
het opschuimen
verschoven.
•
De ingrediënten
werden te snel
toegevoegd.
De ingrediën-
•
Bij het toevoegen
ten smelten
van de ingrediën-
niet.
ten was de melk
nog niet warm
genoeg.
•
De ingrediënten
waren te groot.
De melk is te
koud / te heet.
Noodstop.
1. Druk op de START/STOP-knop om
het opschuimproces te onderbreken.
2. Giet de melk / vloeistof uit de kan.
3. Plaats het roerwerkinzetstuk correct
op de plaatsingspin door het omlaag
te drukken tot het met een "klik"
vastklikt.
4. Vul de kan opnieuw met melk / vloei-
stof.
5. Voeg eventuele ingrediënten lang-
zaam en in kleine hoeveelheden toe
aan de kan en alleen nadat de melk
al is verwarmd.
•
Laat de melkopschuimer altijd enkele
minuten werken om de melk te ver-
warmen alvorens ingrediënten toe te
voegen.
•
Voeg alleen verkleinde ingrediënten
toe aan de kan.
•
Zet de START/STOP-regelaar op een
nieuwe hogere of lagere temperatuur.
Let op: in de positie COLD STIR wordt
de melk niet verwarmd.
•
Vul de kan altijd met voldoende melk
zodat de vulhoeveelheid tussen de
MIN- en MAX-markering ligt.
•
U kunt de werking op elke moment
onderbreken door de START/STOP-
knop in te drukken. Zodra de knop-
rand niet meer knippert, is de wer-
king van het apparaat beëindigd.
21
21