Een kit aanpassen (KIT EDIT 1)
Parameter
Waarde
1–127
Fade Point
1–127
Fade End
LAYER A/B
Parameter
Waarde
OFF, ON, X2, X4, X8
Loop
ONESHOT,
Trigger Type
ALTERNATE
POLY, MONO
Poly/Mono
Knop
Uitleg
Als het selectievakje is aangevinkt, wordt de instelwaarde voor de geselecteerde parameter weergegeven in
de lijst met pads aan de rechterkant.
Dit is handig als u een parameter zoals het volume voor elke layer in één keer wilt instellen.
[F1] (MULTI VIEW)
1.
Gebruik de [à] [á]-cursorknoppen om een parameter te selecteren.
2.
Druk op de [ã]-cursorknop om de cursor naar de pad te verplaatsen.
3.
Druk op een [à] [á] [ã] [â]-cursorknop of sla een pad aan om de pad die u wilt instellen te selecteren.
4.
Gebruik de [-] [+]-knoppen of de [VALUE]-regelaar om de waarde te bewerken.
[F2] (LAYER)
Schakelt layer A in of uit.
[F4] (LAYER)
Schakelt layer B in of uit.
[F6] (LAYER COPY) Kopieert of verwisselt een layer.
[SHIFT]
+
[F5]
Initialiseert de geselecteerde pad.
(PAD INIT)
[SHIFT]
+
[F6]
Kopieert een pad.
(PAD COPY)
44
Uitleg
XFADE: dit werkt in principe hetzelfde als FADE2, maar layer A klinkt zachter als u de pad sterker
aanslaat dan de snelheid van het Fade Point tot en met de snelheid van het Fade End.
SWITCH: schakelt tussen lagen op basis van hoe hard u speelt. Layer A wordt afgespeeld
wanneer u de pad aanslaat op een niveau dat zwakker is dan de snelheid van het Fade Point; en
layer B wordt afgespeeld wanneer u de pad aanslaat op een niveau dat krachtiger is dan de
snelheid van het Fade Point.
SW (MONO): in principe hetzelfde als SWITCH, maar alleen het meest recente geluid dat LAYER
A/B speelt is hoorbaar (monofone modus), zodat nieuwere geluiden die u speelt de vorige
overschrijven.
ALTERNATE: layers A en B worden afwisselend afgespeeld.
HI-HAT: gebruik dit in combinatie met het HH CTRL-pedaal. Als u het HH CTRL-pedaal indrukt,
wordt het geluid van layer A (HH CLOSE) afgespeeld.
Als u het HH CTRL-pedaal loslaat, wordt het geluid van layer B (HH OPEN) afgespeeld. Wijs het
HH gesloten-geluid toe aan layer A en het HH open-geluid aan layer B.
Stelt de slagkracht in waarop layer B begint te klinken. Met een instelling van "1" speelt layer B
steeds af, ongeacht hoe hard u de pad aanslaat.
Dit is alleen ingeschakeld als Layer Type = FADE1, FADE2, XFADE, SWITCH of SW (MONO) is.
Stelt het eindpunt van het fade- of crossfadebereik in wanneer het Layer Type "FADE2" of
"XFADE" is.
Uitleg
Stelt in hoe vaak een wave wordt herhaald.
Als dit op "ON" staat, blijft de wave zich herhalen.
Stelt in hoe de waves worden afgespeeld als u de pad aanslaat.
ONE SHOT: de wave klinkt elke keer dat u de pad aanslaat.
ALTERNATE: de wave klinkt en stopt afwisselend bij elke slag op de pad.
Stelt in of de wave in polyfone of monofone modus worden afgespeeld.
POLY: als er al een geluid wordt afgespeeld, wordt het nieuwe geluid eroverheen
gespeeld.
MONO: als er al een geluid wordt afgespeeld, overschrijft het nieuwe geluid dit geluid.