PARAM
Hieronder vindt u de parameters voor het configureren van de padgevoeligheid en de TRIGGER IN-aansluitingsinstellingen.
Parameter
Waarde
Wanneer een
pad op dit
apparaat is
geselecteerd: ---
Input Mode
Als TRIG 1–8 is
geselecteerd:
HEAD&RIM,
TRIGx2
Wanneer een
pad op dit
apparaat is
geselecteerd: ---
Als TRIG 1–8 is
geselecteerd:
KD-A22, KD-200,
KD-140,
KD-120, KD-85,
KD-10, KD-9, KD-
8, KD-7,
KT-10, KT-9,
PDA120L,
PDA100L, PD-
128,
PD-125X, PD-
125, PD-108, PD-
Trig Type
105X, PD-105,
PD-85, PDX-100,
PDX-12, PDX-8,
PDX-6, PD-8,
VH-11, VH-10,
CY-16R-T, CY-
15R, CY-14C-T,
CY-14C, CY-13R,
CY-12C, CY-
12R/C, CY-8,
CY-5, BT-1, BT-
1 SENS, PAD1,
PAD2, PAD3,
RT-30K, RT-30HR,
RT-30H SN, RT-
30H TM, RT-10K,
RT-10S, RT-10T
1.0–32.0
Sensitivity
De algemene instellingen voor de SPD-SX PRO configureren (SYSTEM)
Uitleg
Stel dit in om één drumtrigger aan te sluiten op één TRIGGER IN-aansluiting (HEAD&RIM), of
twee drumtriggers (TRIGx2).
Hiermee kunt u het drumtriggermodel (triggertype) bepalen dat is aangesloten op elke
triggerinvoer.
Wanneer u een triggertype instelt, worden de triggerparameters, behalve bepaalde
parameters (zoals Crosstalk Cancel), ingesteld op de aanbevolen waarden die bedoeld
zijn voor gebruik op het podium. (De "Threshold"-waarde op de SPD-SX PRO is hoger
ingesteld dan normaal.)
Deze waarden zijn slechts algemene richtlijnen; u kunt dus zo nodig de instellingen
verfijnen, afhankelijk van hoe u de drumtriggers bevestigt en de manier waarop ze
zullen worden gebruikt.
Gebruik dit om de gevoeligheid van de pads aan te passen, evenals de balans tussen hoe
hard u op de pads slaat en het volume van het geproduceerde geluid.
Het verhogen van deze waarde doet de gevoeligheid toenemen, zodat zelfs zachte
aanslagen op de pad aan een hoog volume worden gespeeld.
Het verlagen van deze waarde doet de gevoeligheid afnemen, zodat zelfs sterke slagen op
de pad aan een laag volume worden gespeeld.
105