eCO PREMIUM™ - Installatie en onderhoud
bEdIENINGsfUNCTIEs
1. WaRMTETERUGWINNING, VERWaRMING EN kOElING
De unit is anders geconfigureerd voor warmteterugwinning, ver-
warming en koeling (zie hieronder).
WaRMTETERUGWINNING
• Tegenstroom-platenwarmtewisselaar met Thermo Ice
dooifunctie en 100% bypass
kIEzEN VaN VERWaRMINGsfUNCTIE
• Geen verwarmer
• Elektrische verwarmer
• Waterverwarmer met vorstbeveiliging
kIEzEN VaN kOElING
• Geen koeling
• Waterkoeling
• DX-koeling, 1-fasig
bEdIENINGsfUNCTIE
De bedieningsfunctie werkt als volgt:
De unit probeert, ongeacht de regelmodus, om het gewenste in-
stelpunt te realiseren.
De unit doet dit op basis van de behoeften, de vraag naar warm-
teterugwinning, verwarming of koeling. Ook is er een dode zone
ingebouwd in het systeem. De dode-zonefunctie (normaal gespro-
ken 2 °C) is een temperatuurzone tussen de warmteterugwinning
en koeling waarbij er geen warmteterugwinning én geen koeling
wordt gevraagd.
De reden voor deze dode zone is dat de temperatuur iets lager
zal zijn in de winter en iets hoger in de zomer. Dit is energiezuinig
en in de praktijk ook aangenamer voor mensen die in de ruimte
verblijven.
2. OPTIEs VOOR TEMPERaTUURREGElING
De unit heeft drie opties voor temperatuurregeling: toevoerlucht-,
afvoerlucht- en ruimteregeling.
Ruimteregeling en afvoerluchtregeling komen qua type regeling
op hetzelfde neer, met het verschil dat in combinatie met ruimte-
regeling een externe ruimtesensor nodig is (aparte bestelcode).
Daarnaast is het mogelijk om gebruik te maken van buitentempe-
ratuurcompensatie. Deze regelmodus kan niet worden gecombi-
neerd met afvoerluchtregeling of ruimteregeling.
De unit is standaard geconfigureerd voor toevoerluchtregeling.
Voor andere regelmodi moet de regelaar eerst worden overgezet
van de standaardmodus naar de cascademodus. Vervolgens
wordt de regelmodus geselecteerd door Cascade reference te
veranderen in afvoerluchtregeling/ruimteregeling (0) of buiten-
temperatuurcompensatie (1). Hieronder volgt een beschrijving van
de verschillende regelmodi.
Fläkt Woods
9604 NL 2017.05.11
TOEVOERlUChTREGElING
Om een constante toevoerluchttemperatuur aan te houden, werkt
de regelaar op basis van een vast instelpunt en de toevoerlucht-
temperatuur. Op basis van deze parameters stuurt de regelaar de
huidige verwarmings- en koelingssequenties aan.
®
ont-
afVOERlUChTREGElING
De afvoerluchttemperatuur geeft een goede gemiddelde waarde
van de temperatuur in verschillende ruimtes. Op basis hiervan
stuurt de unit de toevoerluchttemperatuur aan om de afvoertem-
peratuur op een gewenst niveau te houden.
Deze methode is geschikt voor ventilatiesystemen die meerdere,
vergelijkbare ruimtes bedienen. In gevallen waarbij voor verschil-
lende ruimtes ook verschillende verwarmingsbehoeften gelden,
moet deze methode niet worden gebruikt. Dit omdat de unit niet
in staat is om de verschillende verwarmingsbehoeften te detecte-
ren, maar alleen een gemiddelde temperatuur kan aflezen.
De grenswaarden voor de toevoerluchttemperatuur (min. temp. /
max. temp.) zorgen ervoor dat de toevoerluchttemperatuur binnen
het ingestelde bereik blijft.
sTaNdaaRdPaRaMETERs VOOR
afVOERlUChTREGElING
1. Controller = 2
2. Cascade reference = 0
3. Cascade A = 0,5
4. Cascade B = -0,5
5. Min. temp. = 15 °C
6. Max. temp. = 25 °C
VOORbEEld
1. Instelpunt = 18 °C
2. Afvoerluchttemperatuur = 16 °C
Dit levert het volgende nieuw berekende instelpunt voor de toe-
voerluchtregelaar op:
Berekend instelpunt = instelpunt + (instelpunt – uitlaatluchttempe-
ratuur) x cascade A = 18 + (18-16) x 0,5 = 19 °C.
RUIMTEREGElING
Ruimteregeling biedt de beste regeling van de temperatuur in een
specifieke ruimte en wordt gebruikt wanneer er slechts één unit
werkt voor deze ruimte. Deze methode werkt het best bij grotere
panden.
Door de afvoerluchttemperatuursensor te vervangen door een
REDA
Selectie van cascaderegeling
Selectie van afvoerluchtregeling
Wanneer de sensor kouder wordt
dan gegeven waarde instelpunt
Wanneer de sensor warmer wordt
dan gegeven waarde instelpunt
Bepaalt de laagste toevoerlucht-
temperatuur
Bepaalt de hoogste toevoerlucht-
temperatuur
Specificaties kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving
27