Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

FläktGroup FlaktWoods eCO PREMIUM Installatie- En Onderhoudshandleiding pagina 17

Energieterugwinunit
Inhoudsopgave

Advertenties

eCO PREMIUM™ - Installatie en onderhoud
bEdRIjfsMOdI, alaRMMEldINGEN EN GEbRUIkERsINsTEllINGEN
bEdRIjfsMOdI
Het pictogram voor de bedrijfsmodus op het Home-scherm geeft
de huidige bedrijfsmodus aan. Om de bedrijfsmodus te wijzigen,
drukt u op het grote ventilatorpictogram op het Home-scherm.
De unit heeft drie bedrijfsmodi die u via het bedrijfsmo-
dus-scherm kunt selecteren:
Stopmodus: In deze modus zal de unit de toevoer- én
afvoerventilatoren stopzetten.
Handmatige modus: In deze modus kan de unit op het
Home-scherm handmatig worden ingesteld op drie ver-
schillende snelheden.
Automatische modus: In deze modus wordt de unit
automatisch aangestuurd met behulp van interne sche-
ma's en timers, CO
alaRMsChERM
Het alarmpictogram op het Home-scherm geeft de status aan van
eventuele alarmmeldingen voor het systeem:
Geen alarm
Alarmtype B wordt beschouwd als
niet-kritiek; hierbij wordt de ventilatieunit
Alarm B
niet stopgezet.
Alarmtype A wordt beschouwd als kritiek;
Alarm A
hierbij zal de unit stoppen met ventileren.
Druk op het pictogram om naar het Alarmscherm te gaan.
Voorbeeld 1: Geen alarm
alaRMMEldINGEN WIssEN
Om afzonderlijke alarmmeldingen te wissen, drukt u op de Ack-
knop. Om alle alarmmeldingen te wissen, drukt u op de knop Ack
All bovenaan op het scherm.
Soms is het niet mogelijk om de status van een alarm te wissen,
omdat de status vanwege de oorzaak voor het alarm direct op-
nieuw wordt weergegeven. Zo kan bijvoorbeeld een alarm voor
een defecte temperatuursensor pas worden gewist wanneer de
betreffende sensor is gerepareerd of vervangen.
alaRMGEsChIEdENIs
Fläkt Woods
9604 NL 2017.05.11
-vraagregeling, PIR-sensoren enz.
2
Voorbeeld 2: Actieve alarmmeldingen
GEbRUIkERsINsTEllINGEN
TEMPERaTURE sTaTUs -
TEMPERaTUURsTaTUs
Het temperatuurinstelpunt wordt gebruikt om te bepa-
len wanneer de naverwarmer (indien aanwezig) begint
met het opwarmen van de toevoerlucht die het pand
ingaat. Het temperatuurinstelpunt kan worden inge-
steld op een temperatuur tussen 15 °C en 35 °C. De
fabrieksinstelling is 18 °C.
Bij temperaturen en uitgangssignalen gaat het om
waarden die alleen kunnen worden afgelezen.
faN sTaTUs - VENTIlaTORsTaTUs
Vanaf het scherm Fan Status kunnen parameters wor-
den weergegeven als toevoer- en afzuigventilatorsnel-
heden, %, uit, drukwaarden en debieten.
aIR QUalITy - lUChTkWalITEIT
CO
-waarde en CO
-instelpunt (indien geactiveerd).
2
2
sysTEM OVERVIEW - sysTEEMOVERzIChT
Version Control Panel
Bootloader Control Panel
Version Control Card
Bootloader Control Card
Unit type
sChEdUlEs - sChEMa's
Alleen-lezen. Zie voor meer informatie hoofdstuk "Schedu-
les - Schema's" op pagina 21.
adVaNCEd sETTINGs - GEaVaNCEERdE
INsTEllINGEN
Zie hoofdstuk "Advanced settings - Geavanceerde in-
stellingen" op pagina 19.
Specificaties kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving
REDA
IP Octet 1
IP Octet 2
IP Octet 3
IP Octet 4
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave