11.7.1
Handmatig bijvullen van de CV-installatie, zonder automatische (bij)vulinrichting
Afb.103 Bijvullen van de installatie
2
3
Afb.104 Bijvullen van de installatie
5
6
Afb.105 Bijvullen van de installatie
8
10
13
7680248 - v.07 - 14072021
Wanneer de CV-installatie leeg is of een te lage waterdruk heeft, moet de
CV-installatie (bij)gevuld worden. Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op het display van
het bedieningspaneel staat aangegeven. Indien nodig: vul de CV-
installatie bij.
2. Draai alle radiatorkranen van de CV-installatie open.
3. Stel de ruimtethermostaat af op een zo laag mogelijke temperatuur.
4. Wacht met het bijvullen van de CV-installatie tot de geopende
radiatoren handwarm of kouder zijn.
4
AD-3001242-01
5. Gebruik voor het bijvullen een vulslang met twee kraankoppelingen,
een doek en een ontluchtingssleutel.
6. Sluit de vulslang aan op een (koud) waterkraan.
7. Verwijder lucht uit de vulslang. Vul de slang langzaam met water.
Houd het uiteinde van de slang omhoog, boven een emmer. Sluit de
kraan zodra er water uit de slang loopt.
7
AD-3001243-01
8. Draai de afsluitdop van de vul-/aftapkraan.
9
9. Bevestig de vulslang aan de vul-/aftapkraan. Draai de vulslang goed
vast.
10. Draai de vul- / aftapkraan van de CV-installatie open.
11. Draai de waterkraan open.
12. Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op het display van
11
het bedieningspaneel staat aangegeven.
13. Sluit de waterkraan wanneer de waterdruk 2 bar is.
14. Sluit de vul-/aftapkraan van de CV-installatie. Laat de slang aan de
vul-/aftapkraan tot de CV-installatie is ontlucht.
14
AD-3001244-01
15. Neem de ketel weer in bedrijf, nadat de CV-installatie gevuld en
ontlucht is.
Belangrijk
De vul-/aftapkraan hoeft zich niet bij de ketel te bevinden.
Belangrijk
Door bijvullen met water komt er lucht in de CV-installatie:
Ontlucht de CV-installatie.
Na ontluchten kan de waterdruk weer onder het vereiste niveau
komen.
Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op het display
van het bedieningspaneel staat aangegeven.
Als de waterdruk lager is dan 0,8 bar, moet water worden
bijgevuld.
11 Gebruikersinstructies
61