6.2.3
Gascircuit
Afb.42
Gasblok meetpunten
A
C
7
Inbedrijfstelling
7.1
Algemeen
7.2
Inbedrijfstellingsprocedure
7680248 - v.07 - 14072021
10. Maak de ketel spanningsloos.
B
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Open de gaskraan van de ketel.
3. Ontlucht de gastoevoerleiding door het meetpunt C op het gasblok los
te schroeven.
4. Controleer de gasvoordruk op het meetpunt C van het gasblok. De
gasdruk moet voldoen aan de vermelde druk op de typeplaat.
AD-3000975-01
5. Schroef het meetpunt weer dicht.
6. Controleer alle aansluitingen op gasdichtheid. De testdruk mag
maximaal 60 mbar zijn.
Volg de stappen uit de volgende paragrafen voor de inbedrijfstelling van
de ketel.
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Open de gaskraan van de ketel.
3. Steek de stekker van de ketel in een geaard stopcontact.
4. Stel de onderdelen (thermostaten, regeling) zodanig in dat er warmte
wordt gevraagd.
5. Het opstartprogramma begint en kan niet onderbroken worden.
6. De ketel doorloopt een automatisch ontluchtingsprogramma van ca. 3
minuten. Dit herhaalt zich iedere keer als de voedingsspanning
onderbroken is geweest.
De actuele bedrijfssituatie van de ketel wordt op het display weergegeven.
Waarschuwing
Zorg dat de ketel spanningsloos is.
Waarschuwing
Voor toegestane gasdrukken, zie Toestelcategorieën, pagina 65.
Waarschuwing
Stel de ketel niet in bedrijf als de aangeboden gassoort niet
overeenkomt met de toegestane gassoorten.
Waarschuwing
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een
erkend installateur.
Bij gebruik van een ander type gas, bijv. propaan, moet de ketel
aangepast worden voordat de ketel aangezet wordt.
Zie
Ventilatortoerentalparameters voor verschillende gassoorten,
pagina 33
Belangrijk
Wanneer de ketel voor het eerst wordt gestookt, kan de ketel
gedurende korte tijd enige geur afgeven.
7 Inbedrijfstelling
31