Bij de daaropvolgende inschakeling van de motorfiets
met de sleutel, wordt de tractiecontrole ingesteld op het
niveau dat eerder door de gebruiker werd geselecteerd.
De motorfiets slaat de uitschakeling van de tractiecontrole
(OFF-stand) niet op. De gebruiker moet dit iedere keer dat
de motorfiets met de sleutel wordt ingeschakeld instellen.
LET OP! Bij een storing van het tractiecontrolesysteem
verschijnt het pictogram
de tractiecontrole grijpt niet in bij het slippen van het
achterwiel. Neem contact op met uw verkooppunt of een
erkende Energica dealer.
LET OP! De tractiecontrole is een rijhulpsysteem dat
beschikbaar is voor de bestuurder om het rijden van de
motorfiets makkelijker en veiliger te maken. Dit systeem
zal echter niet de noodzaak tot voorzichtigheid van de
bestuurder tijdens het rijden wegnemen of verminderen.
Zoals vereist door de verkeersregels zal de bestuurder
zelf, door zijn gedrag, eigen fouten moeten voorkomen en
andermans fouten moeten voorspellen.
De bestuurder moet altijd rekening houden met het feit
dat actieve veiligheidssystemen een preventieve functie
vervullen. De actieve elementen helpen de bestuurder bij
het controleren van het voertuig, zodat de besturing ervan
zo soepel en veilig mogelijk verloopt.
. Het hulpsysteem voor
Nog afgezien van de verkeersregels en de andere voertuigen en/
of voetgangers aanwezig in de context waarin de motorfiets wordt
gebruikt, mag de tractiecontrole de rijder er niet toe aanzetten om
de motorfiets te gebruiken met hogere snelheden dan toegestaan.
Het tractiecontrolesysteem van de motorfiets en alle instelbare
niveaus ervan, worden alleen gegarandeerd met de banden
die zijn voorzien in de originele uitrusting van het voertuig en/of
aanbevolen door Energica.
Het gebruik van banden met andere afmetingen en
eigenschappen dan die van de oorspronkelijke uitrusting kan de
bedrijfskarakteristieken van het systeem zodanig veranderen
dat het onveilig wordt; wij raden het monteren van banden met
andere maten dan die welke zijn goedgekeurd voor uw voertuig
af.
Na het vervangen van de banden of een aanzienlijke verandering
van hun spanning, kunnen afwijkingen optreden, zoals een
vermindering van het koppel of het motorremkoppel. Dit wordt
aangegeven door het oplichten van de rode leds van de lichtbalk
op het dashboard. Rijd in dat geval ongeveer 100/200 meter met
een constante snelheid van 40-50 km/h om een nieuwe kalibratie
van het systeem mogelijk te maken.
45