Service-adres bekijken
o
Servicepagina openen.
o
Systeeminstelling oproepen.
o
Service-adres selecteren.
Het van tevoren ingestelde onderhoudsadres wordt weergegeven.
Kleurinstelling wijzigen
o
Servicepagina openen.
o
Systeeminstelling oproepen.
o
Kleurinstelling selecteren.
o
Gewenste kleurenschema selecteren.
o
Invoer met Opslaan afsluiten.
Fabrieksinstellingen terugzetten
o
Servicepagina openen.
o
Administrator selecteren.
o
Fabrieksinstelling selecteren.
Op het beeldscherm verschijnt een controlevraag, of de fabrieksinstelling werkelijk moet worden terug-
gezet en alle gebruikersgegevens moeten worden gewist.
o
Als de gebruikersgegevens behouden moeten blijven, Nee indrukken.
o
Wanneer de fabrieksinstellingen werkelijk teruggezet moeten worden, met Ja bevestigen.
Het apparaat initialiseert en de fabrieksinstellingen worden teruggezet.
Lichtscenario's worden gewist (namen en waarden).
Schakelklokgegevens worden gewist.
Het gekozen kleurenschema en de basislichtsterkte worden teruggezet.
Storingsmeldingen worden gewist.
Kalibratiegegevens worden naar de standaardinstelling teruggezet.
Opgeslagen e-mails, RSS-feeds en waardeverlopen worden gewist.
De functie wordt in de historische opslag genoteerd.
i Projectgegevens en wachtwoorden blijven bij het terugzetten van de fabrieksinstelling behouden.
Wachtwoord wijzigen
o
Servicepagina openen.
o
Administrator oproepen.
o
Wachtwoorden selecteren.
o
Het gewenste wachtwoordniveau selecteren.
o
Het nieuwe wachtwoord invoeren.
o
Invoer met Opslaan afsluiten.
Historie bekijken
In de historische opslag slaat het apparaat belangrijke gebeurtenissen op, zoals resetten of downloaden van
programma- of projectgegevens. Eenvoudige bedieningen worden niet opgeslagen.
o
Servicepagina openen.
o
Administrator oproepen.
o
Historie selecteren.
Historie bekijken.
9