Statusregel
Indien deze is geprogrammeerd, is de statusregel (2) boven aan de beeldschermrand zichtbaar. De statusre-
gel kan maximaal tien elementen weergeven:
-
Gebeurtenisweergave
-
Verzamel-storingsmelding
-
Waardeweergave
-
Datum, tijd, ASCII-teksten
Beeldschermpagina
Op de beeldschermpagina's (3) worden bedienings- en weergave-elementen (4) of afbeeldingen weergege-
ven.
-
Weergave-elementen (4) geven statussen van componenten weer.
-
Bedieningselementen dienen voor de navigatie of symboliseren te besturen apparaten, componenten en
functies.
-
Op elke beeldschermpagina (3) kunnen ook achtergrondafbeeldingen worden opgeslagen.
Scrollbalken
Met de scrollbalk (5) kan door een of meerdere pagina's worden genavigeerd. Met de pijltoetsen kan tussen
de weergave-elementen worden gewisseld.
-
Dubbele pijltoetsen: Alleen zichtbaar wanneer gekoppelde pagina's aanwezig zijn. De gekoppelde pagi-
na wordt weergegeven.
-
Pijltoetsen: Wisselen tussen de weergave-elementen van de huidige pagina.
Functietoetsen
Voor elk bedieningselement (4) zijn max. vier functietoetsen (6) beschikbaar, die na selectie van het bedie-
ningselement kunnen worden weergegeven en bediend.
Functie/verbruiker selecteren
Voor de bediening van een apparaat moet dit eerst worden geselecteerd.
o
Selecteer de pagina waarop het gewenste bedienings- of weergave-element staat.
o
Selecteer het gewenste element met de vinger.
De weergave op het beeldscherm wijzigt
- of -
De betreffende functietoetsen worden weergegeven.
De functie kan nu worden bediend.
Functie of verbruiker bedienen
De bediening hangt af van het soort functie.
De betreffende functie moet zijn geselecteerd en de functietoetsen moeten worden weergegeven.
o
Schakelen: Bedien de betreffende functietoets kort.
o
Dimmen: Bedien de betreffende functietoets lang.
o
Jaloezie bewegen: Bedien de betreffende functietoets lang.
o
Jaloezie stilzetten of verstellen: Bedien de betreffende functietoets kort.
o
Lichtscenario oproepen: Bedien de betreffende functietoets kort.
o
Waarde instellen, bijv. gewenste lichtsterkte of temperatuur: Bedien de betreffende functietoets kort.
o
Waarde met directe invoer verstellen: Na selectie van de functietoets geeft het beeldscherm een cijfer-
blok weer. De waarde als getal invoeren en met Opslaan bevestigen.
o
Waarde met de schuif verstellen: Na selectie van de functietoets geeft het beeldscherm een verstelbare
schuif, het verstelbereik en de actuele waarde weer. De waarde met de schuif verstellen en met Op-
slaan bevestigen.
5