i De Ethernet-aansluiting op het apparaat voldoet aan EIA/TIA-568-B.
o
Ethernet-leiding op de Ethernet-adapterstekker aansluiten. Hiervoor de mantels van de Ethernet-kabel
verwijderen, niet isoleren en in de deksel van de adapterstekker leggen. Uitstekende aders inkorten en
de deksel op de juiste manier over de adapterstekker schuiven.
o
Meegeleverde Ethernet-adapterleiding op klem (15) en op de Ethernet-adapterstekker aansluiten.
o
Apparaat in inbouwbehuizing (18) monteren. Meegeleverde schroeven (16) gebruiken.
o
Designframe (17) plaatsen en aandrukken.
5.2 Inbedrijfname
Fysisch adres downloaden
Het apparaat moet aangesloten en bedrijfsklaar zijn.
Programmeertoets (10) en -LED (9) op de achterzijde van het apparaat moeten toegankelijk zijn.
Projectontwerp en inbedrijfname met ETS2 versie 1.3a tot ETS3.0d of hoger.
o
Programmeertoets (10) indrukken.
De programmeer-LED (9) brandt.
o
Fysisch adres toekennen.
De programmeer-LED gaat uit.
o
Fysisch adres op de achterzijde van het apparaat noteren.
Toepassingssoftware downloaden
Aanbeveling: Vanwege grote hoeveelheden data en laadtijden is het aan te bevelen de programmering van
de toepassingssoftware via de geïntegreerde USB-interface (14) te laten plaatsvinden.
Voor verbinding met de pc is een USB-kabel met stekker type B benodigd.
Voorafgaand aan het aansluiten van het apparaat op de pc moeten de toepassingssoftware en het USB-
stuurprogramma zijn geïnstalleerd.
i Bij het eerste maal aansluiten van het apparaat op de pc worden de stuurprogramma's geïnitialiseerd.
Hiervoor zijn overeenkomstige toegangsrechten tot de pc benodigd.
Afbeelding 4
Afbeelding 5: Montage in inbouwbehuizing.
15