2
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN -MAATREGELEN
2.1
WAARSCHUWINGEN EN SYMBOLEN
Veiligheidsinstrukties en waarschuwingen worden in
deze handleiding gemarkeerd door de onderstaan-
de symbolen en pictogrammen:
een procedure, omstandigheid, etc.
die extra aandacht verdient;
LET OP!
bijzondere gegevens, resp. gebo-
den en verboden ten aanzien van
schadepreventie;
een WAARSCHUWING duidt op
een eventueel letsel voor de gebrui-
ker of omvangrijke materiële scha-
de aan de BATTERY MONITOR in-
dien de gebruiker de procedures
niet (zorgvuldig) uitvoert.
2.2
GEBRUIK VOLGENS BESTEMMING
1
De BATTERY MONITOR is gebouwd kon-
form de geldende laagspanningsrichtlijnen.
2
Gebruik de BATTERY MONITOR uitsluitend:
•
in technische korrekte toestand;
•
in een besloten ruimte, beschermd tegen
regen, vocht, stof en niet condenserende
omstandigheden;
•
met inachtneming van de instrukties in de
handleiding.
Gebruik de BATTERY MONITOR
nooit op lokaties met gas- of stof-
ontploffingsgevaar !
NL / BATTERY MONITOR / Juli 1996
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN
3
Een ander gebruik dan hierboven genoemd
geldt niet als konform de bestemming. Voor
schade die hiervan het gevolg kan zijn, is
MASTERVOLT niet aansprakelijk.
2.3
ORGANISATORISCHE MAATREGELEN
De gebruiker moet altijd:
•
over de handleiding kunnen beschikken;
•
bekend zijn met de inhoud van deze hand-
leiding. Dit geldt in het bijzonder voor dit
hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften en -
maatregelen.
2.4
WAARSCHUWINGEN VOOR BIJZONDERE
GEVAREN
1
Kontroleer minstens éénmaal per jaar de be-
drading. Gebreken zoals losse verbindingen,
verbrande kabels e.d. onmiddellijk verhelpen.
2
Voer geen werkzaamheden uit aan de BAT-
TERY MONITOR en aan de elektrische in-
stallatie als deze nog onder spanning staat.
Laat veranderingen aan uw elektrische in-
stallatie alleen door gekwalificeerde elektri-
ciëns uitvoeren.
3
Aansluitingen en beveiliging moeten overeen-
komstig de plaatselijk geldende voorschriften
worden uitgevoerd.
-
MAATREGELENS
5